driehonderdtwintig
Nederlands
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
0 | 3 | 2 | 0 |
driehonderdtwintig,
op een abacus
op een abacus
Woordafbreking
- drie·hon·derd·twin·tig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van driehonderd ht en twintig ht
Hoofdtelwoord
driehonderdtwintig
- "320", het getal tussen driehonderdnegentien en driehonderdeenentwintig, driehonderd plus twintig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen driehonderdtwintig euro en zevendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer driehonderdtwintig van het grootste hotel.
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
- driehonderdtwintigste
hooftelwoorden samengesteld met "driehonderdtwintig" ht als linkerdeel
- driehonderdtwintigduizend
Vertalingen
1. het getal 320
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | driehonderdtwintig | driehonderdtwintigs |
verkleinwoord | driehonderdtwintigje | driehonderdtwintigjes |
Zelfstandig naamwoord
driehonderdtwintig v / m
- dat wat in een (rang)ordening met 320 is aangeduid
- Als jij driehonderdtwintig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
driehonderdtwintig mv
- groep van 320 eenheden
- Die driehonderdtwintig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
Gangbaarheid
- Het woord 'driehonderdtwintig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.