opdragen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·dra·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opdragen
droeg op
opgedragen
klasse 6 volledig

Werkwoord

opdragen

  1. ditransitief iemand iets te doen geven
    • Net als het Kadaster heeft de Topografische Dienst nooit een formele taak opgedragen gekregen om gemeentegrenzen vast te leggen[1] 
  1. overgankelijk iets ~ aan als eerbewijs iets wijden aan iemand
    • Dit boek dragen wij op aan onze ouders. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord opdragen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Gemeentegrenzen in Nederland: een juridisch, technisch en kadastraal onderzoek
    A Van Der Meer
    IOS Press, 2007
    ISBN 9051995180, ISBN 9789051995183
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.