droeg
Nederlands
Woordafbreking
- droeg
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dragen |
droeg
- enkelvoud verleden tijd van dragen
- Ik droeg.
- Jij droeg.
- Hij, zij, het droeg.
- Ik droeg.
Gangbaarheid
- Het woord droeg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'droeg' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.