dragelijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dragelijk    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdraɣələk/
Woordafbreking
  • dra·ge·lijk
Woordherkomst en -opbouw
  • naamwoord van handeling dragen met het achtervoegsel -lijk
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen dragelijkdragelijkerdragelijkst
verbogen dragelijkedragelijkeredragelijkste
partitief dragelijksdragelijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

dragelijk

  1. van iets dat het niet leuk, maar toch ook niet rampzalig is
    • Borhave werd met duidelijke cijfers uitgeschakeld: 33-20. Pijnlijk? "Het verschil had ook twintig doelpunten kunnen zijn, dit was nog dragelijk. VOC is gewoon te goed voor ons. Wij hadden top moeten zijn en zij niet helemaal optimaal. Dat was helaas niet het geval." [1] 
    • Vier van de restaurants die werden verwoest door de aardbeving hebben hier opnieuw hun deuren geopend. Luigi Bucci verloor zijn vijftig jaar oude hotel-restaurant Il Castagneto. Hij is blij weer aan het werk te kunnen. "Dat maakt het wachten dragelijk, of nou ja: dragelijker." [2] 
    • Al het natuurschoon en de fijne contacten met de andere families maakte het wachten op de hereniging met Raymond dragelijk. Maar het ging natuurlijk om die ontmoeting. [3] 
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord dragelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.