dommekracht
Nederlands
Woordafbreking
- dom·me·kracht
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘werktuig’ voor het eerst aangetroffen in 1660 [1]
- samenstelling van dom en kracht met het invoegsel -e-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dommekracht | dommekrachten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
dommekracht v/m
- middel om zonder veel moeite of overleg kracht uit te oefenen
- (gereedschap) werktuig dat dient om zeer zware voorwerpen op te lichten
- dom, log persoon die geen andere waarde heeft dan zijn lichaamskracht
Gangbaarheid
- Het woord dommekracht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dommekracht' herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.