ia
Nederlands
Woordafbreking
- ia
Werkwoord
vervoeging van |
---|
iaën |
ia
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van iaën
- Ik ia.
- gebiedende wijs van iaën
- Ia!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van iaën
- Ia je?
Gangbaarheid
- Het woord ia staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ia' herkend door:
41 % | van de Nederlanders; |
35 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.