deurwaarder
Nederlands
Woordafbreking
- deur·waar·der
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘gerechtelijk ambtenaar’ voor het eerst aangetroffen in 1523 [1]
- Afkomstig van het Middelnederlandse durwardere, verwant aan Oudhoogduitse turiwartari, Oudengelse duruweard.
- Samenstellende afleiding van deur en de stam van waren met het achtervoegsel -er [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | deurwaarder | deurwaarders |
verkleinwoord | deurwaardertje | deurwaardertjes |
Zelfstandig naamwoord
deurwaarder m
- (juridisch) (beroep) gerechtelijk ambtenaar die voornamelijk assisteert bij rechtszaken, exploten en executien doet, verkoopingen houdt, dagvaardingen uitbrengt en beslagen legt
- - Indien u binnen twee weken de schulden nog niet afbetaald heeft, sturen wij een deurwaarder naar uw woonadres.
- - Helaas kruipt het incassobloed waar het niet gaan kan. In een recent schuldsaneringsdossier zat een opgave door de deurwaarder van de vordering van zijn cliënte. De hoofdsom, wegens een teleshopbestelling, bedroeg € 76,94. De schuld was opgelopen tot € 866,65. Hoe kan dat nu ? De kosten waren toch gelimiteerd ?[3]
- (verouderd) deurwachter
Vertalingen
1. gerechtelijk ambtenaar die exploten en executien doet, dagvaardingen uitbrengt en beslagen legt
Gangbaarheid
- Het woord deurwaarder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'deurwaarder' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.