dagvaarding
Nederlands
Woordafbreking
- dag·vaar·ding
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van dagvaarden met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dagvaarding | dagvaardingen |
verkleinwoord | dagvaardinkje | dagvaardinkjes |
Zelfstandig naamwoord
dagvaarding v
- (juridisch) een schriftelijke oproep om voor een rechtbank te verschijnen
Vertalingen
1. een oproep om voor een rechtbank te verschijnen
Gangbaarheid
- Het woord dagvaarding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dagvaarding' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.