dakspant

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dak·spant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dakspant dakspanten
verkleinwoord dakspantje dakspantjes

Zelfstandig naamwoord

dakspant o [1]

  1. (bouwkunde) een spar, spoor of spant (balk of plank) die van de voet van het dak tot de nok loopt en die het dakbeschot ondersteunt
Synoniemen
  • dakspoor, dakspar

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord dakspant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.