balk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- balk
Zelfstandig naamwoord
balk m
- (geometrie) een veelvlak met 6 rechthoekige zijvlakken, 8 hoekpunten en 12 ribben
- Probeer nog eens een balk te construeren.
- (bouwkunde) een ruimteoverspannend constructie-element waarvan de lengte vele malen groter is dan de breedte en de hoogte in doorsnede
- Een balk is vaak gemaakt van hout of staal.
- geld over de balk gooien: Veel te veel geld uit even aan onnuttige dingen
- Hoewel hij ontslagen was ging hij maar door met geld over de balk te gooien
- Vee
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. (geometrie) een veelvlak met 6 rechthoekige zijvlakken, 8 hoekpunten en 12 ribben
2. (bouwkunde) een ruimteoverspannend constructie-element waarvan de lengte vele malen groter is dan de breedte en de hoogte in doorsnede
Werkwoord
vervoeging van |
---|
balken |
balk
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van balken
- Ik balk.
- gebiedende wijs van balken
- Balk!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van balken
- Balk je?
Gangbaarheid
- Het woord balk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'balk' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.