convergent

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·ver·gent
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen convergentconvergenterconvergentst
verbogen convergenteconvergentereconvergentste
partitief convergentsconvergenters-

Bijvoeglijk naamwoord

convergent

  1. (optica) in één punt samenkomend
    • Door de convergente lichtstralen werd het brandpunt sterk verhit. 
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord convergent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

stellend vergrotend overtreffend
convergentmore convergentmost convergent

Bijvoeglijk naamwoord

convergent

  1. convergent


Frans

Uitspraak
  • IPA: /kɔ̃vɛʁʒɑ̃/
  enkelvoud meervoud
  mannelijk   convergent convergents
  vrouwelijk   convergente convergentes

Bijvoeglijk naamwoord

convergent

  1. convergent
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.