convergentie
Nederlands
Woordafbreking
- con·ver·gen·tie
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van convergent met het achtervoegsel -ie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | convergentie | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
convergentie v [1]
- (natuurkunde) het convergeren, het samenkomen in een punt
- (taalkunde) verschijnsel dat twee of meer talen of taalvariëteiten naar elkaar toegroeien
Afgeleide begrippen
- convergentiebewijs, convergentiecriterium, convergentieprogramma, convergentiethese, convergentiezone
Gangbaarheid
- Het woord convergentie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'convergentie' herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.