componist
Nederlands
Woordafbreking
- com·po·nist
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘schepper van muziekstukken’ voor het eerst aangetroffen in 1588 [1]
- Afgeleid van componeren met het achtervoegsel -ist [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | componist | componisten |
verkleinwoord | componistje | componistjes |
Hyponiemen
- filmcomponist, hofcomponist, operacomponist, zanger-componist
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. iemand die muziekstukken schrijft
Gangbaarheid
- Het woord componist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'componist' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.