communisme
Nederlands
Woordafbreking
- com·mu·nis·me
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘maatschappelijk stelsel van gemeenschappelijk bezit’ voor het eerst aangetroffen in 1850 [1]
- afgeleid van vhet Latijnse 'commūnis' (gemeenschappelijk) (met het voorvoegsel com-) met het achtervoegsel -isme [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | communisme | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
communisme o
- (politiek) (economie) (filosofie) ideologie die gericht is op gemeenschappelijk bezit van productiemiddelen en verbruiksgoederen
Hyponiemen
|
Verwante begrippen
- bolsjewisme, communist, communistisch, commune, gemeen, leninisme, stalinisme, revisionisme
- maoïsme, marxisme, socialisme, trotskisme
Vertalingen
1. ideologie die gericht is op gemeenschappelijk bezit van productiemiddelen en verbruiksgoederen
Gangbaarheid
- Het woord communisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'communisme' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.