censor
Nederlands
Woordafbreking
- cen·sor
Woordherkomst en -opbouw
- Van het Latijnse censor
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | censor | censoren censors |
verkleinwoord | censortje | censortjes |
Zelfstandig naamwoord
censor m
- (oudheid) een hoge ambtenaar met absolute macht in de Romeinse republiek
- Een censor hield ondermeer toezicht op het zedelijk gedrag van de burgers.
Vertalingen
1. hoge ambtenaar in de Romeinse republiek
Gangbaarheid
- Het woord censor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'censor' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen. |
Engels
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.