censuur

Nederlands

zwarte en rode landen kennen internetcensuur
Uitspraak
  • Geluid:  censuur    (hulp, bestand)
  • IPA: /sɛnˈsyr/, /sɛnˈzyr/
Woordafbreking
  • cen·suur
enkelvoud meervoud
naamwoord censuur censuren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

censuur v

  1. controle van de kant van een autoriteit (vaak de overheid, ook de kerk) op de informatiestroom
    • - Tijdens de coup stond de staatszender onder militaire censuur. 
    • - De stap is deels ingegeven door enkele “technisch zeer verfijnde” cyberaanvallen op de Singaporese overheid, aldus premier Lee Hsien Loong tegenover journalisten. Het betreft onder meer een incident uit 2013, toen hackers van het netwerk Anonymous zich toegang hadden verschaft tot het computersysteem van de overheid om te protesteren tegen nieuwe regels voor censuur op het web in de stadstaat.[1] 
Verwante begrippen
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • censuurteam, censuurploeg
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord censuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Floris van Straaten NRC 10 juni 2016
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.