oudheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oudheid    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɑʊ̭tɦɛɪ̭t/
Woordafbreking
  • oud·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oudheid oudheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

oudheid v

  1. (geschiedenis) het tijdperk van de geschiedenis van de prehistorie tot de middeleeuwen
    • In de oudheid was het Romeinse Rijk een bijzonder belangrijke politieke eenheid. 
  1. een overblijfsel uit [1]
    • Hij houdt zich bezig met de studie van oudheden. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord oudheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.