tribuun
Nederlands
Woordafbreking
- tri·buun
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘Romeinse leider’ voor het eerst aangetroffen in 1553 [1]
- uit het Latijn: tribunus [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tribuun | tribunen |
verkleinwoord |
Gangbaarheid
- Het woord tribuun staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tribuun' herkend door:
53 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.