bruidsschat
Nederlands
Woordafbreking
- bruids·schat
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bruid en schat met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bruidsschat | bruidsschatten |
verkleinwoord | bruidsschatje | bruidsschatjes |
Zelfstandig naamwoord
bruidsschat m
- een gift die een vrouw van haar ouders meekrijgt als ze in het huwelijk treedt.
- In Nederland neemt een vrouw vaak een uitzet mee in het huwelijk als een soort bruidsschat.
- geld dat een vrouw krijgt van de echtgenoot is de bruidsprijs maar wordt vaak, ten onrechte, ook bruidsschat genoemd
- Daarnaast is het in onze cultuur gewoonte dat de bruidegom goud geeft aan de bruid, als een soort bruidsschat. Dat goud, in de vorm van sieraden, kost al snel 5.000 tot 15.000 euro. Mensen die daar niet mee bekend zijn denken al snel: wow, dat is een hoop geld! Maar als je bedenkt dat de gasten tijdens het huwelijk vaak een financiële bijdrage geven waarmee meestal een groot deel van de kosten van de trouwerij worden gedekt, dan valt het wel mee. En het goud zie ik ook als een investering in de toekomst.”[2]
Verwante begrippen
- huwelijksgift
Vertalingen
1. een gift die een meisje van haar ouders meekrijgt als ze in het huwelijk treedt
Gangbaarheid
- Het woord bruidsschat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bruidsschat' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.