beha

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beha    (hulp, bestand)
  • IPA: /beˈɦaː/
Woordafbreking
  • be·ha
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bustehouder’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1950 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord beha beha's
verkleinwoord behaatje behaatjes

Zelfstandig naamwoord

beha m

  1. (kleding) een kledingstuk voor vrouwen dat de borsten ondersteunt
    • Dames dragen vaak beha's. 
Synoniemen
Hyponiemen
  • push-upbeha, sportbeha,voedingsbeha
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord beha staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Indonesisch

Woordherkomst en -opbouw
  • Ontleend aan het Nederlandse beha.

Zelfstandig naamwoord

béha

  1. (kleding), (informeel) beha, bustehouder
Synoniemen
  • kutang
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.