badpak
![](../I/m/Bathing_beauties_in_one_piece_bathing_suits.jpg)
badpak
Nederlands
Woordafbreking
- bad·pak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bad en pak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | badpak | badpakken |
verkleinwoord | badpakje | badpakjes |
Zelfstandig naamwoord
badpak o
- (kleding) kledij bedoeld voor het baden en zwemmen
- Wij liepen in badpak.
Synoniemen
- badkledij, badkleding, badkostuum, zwemkledij, zwemkleding
Vertalingen
1. kledij bedoeld voor het baden en zwemmen
|
|
Gangbaarheid
- Het woord badpak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'badpak' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.