badkostuum

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bad·kos·tuum
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord badkostuum badkostuums
verkleinwoord badkostuumpje badkostuumpjes

Zelfstandig naamwoord

badkostuum o [1]

  1. (formeel) kledingstuk om in te zwemmen of te zonnen
    • Kan, desnoods met een krant aan
      Eens naar het stille stand gaan
      Waar het zo gezellig druk is
      Waar liefde en geluk is
      Waar kinderen kuilen graven
      En oude opa's draven
      Waar mensen eerlijk zweten
      En apenootjes eten
      Waar badcostuums te huur zijn
      Die "pas" voor elk figuur zijn
      Louis Davids [2]
       
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord badkostuum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.