automobilist

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·to·mo·bi·list
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord automobilist automobilisten
verkleinwoord automobilistje automobilistjes

Zelfstandig naamwoord

automobilist m

  1. (verkeer) een bestuurder van een auto, chauffeur
    • Vanaf wanneer ben je nou officieel automobilist? 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord automobilist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.