aantrekkelijk
Nederlands
Woordafbreking
- aan·trek·ke·lijk
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van aantrekken met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | aantrekkelijk | aantrekkelijker | aantrekkelijkst |
verbogen | aantrekkelijke | aantrekkelijkere | aantrekkelijkste |
partitief | aantrekkelijks | aantrekkelijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
aantrekkelijk
- bekoorlijk, fijn, leuk, knap
- Ze spelen aantrekkelijk voetbal.
- Een filmster is vaak een aantrekkelijke vrouw.
- Het is een aantrekkelijk plan om eerst hard te gaan werken en daarna op vakantie te gaan.
- (verouderd) licht geraakt, zich dingen aantrekkend
- En toch was hij, ten gevolge van zijn ligchaamsgestel, niet zelden zwaarmoedig gestemd en doorgaande gevoelig en aantrekkelijk. [1]
Vertalingen
1. bekoorlijk
Gangbaarheid
- Het woord aantrekkelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aantrekkelijk' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden. (1864).
Handelingen en mededeelingen van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden over het jaar. Leiden, E.J. Brill.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.