aangelegenheid

Nederlands

Uitspraak

Geluid: aangelegenheid (hulp, bestand)
IPA: / 'aŋɣəˌleɣə(n)hɛit /

Woordafbreking

aan·ge·le·gen·heid

Woordherkomst en -opbouw

Afgeleid van aangelegen met het achtervoegsel -heid [1]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	aangelegenheid	aangelegenheden
verkleinwoord	aangelegenheidje	aangelegenheidjes

Zelfstandig naamwoord

aangelegenheid v

zaak, kwestie

- Van een begrafenis kun je een dure aangelegenheid maken, maar het kan natuurlijk ook een stuk simpeler.
belang

Hyponiemen

bankaangelegenheid
bedrijfsaangelegenheid
beleidsaangelegenheid
dienstaangelegenheid
familieaangelegenheid

financieringsaangelegenheid
gemeenschapsaangelegenheid
groepsaangelegenheid
handelsaangelegenheid
hartsaangelegenheid

huisvestingsaangelegenheid
liefdesaangelegenheid
mannenaangelegenheid
medezeggenschapsaangelegenheid
personeelsaangelegenheid

privéaangelegenheid
regeringsaangelegenheid
scheepsaangelegenheid
staatsaangelegenheid
toneelaangelegenheid

Vertalingen

1.

Deens: anliggende ^(da) o
Duits: Angelegenheit ^(de) v
Engels: affair ^(en)

Frans: affaire ^(fr) v
Spaans: particular ^(es) m, asunto ^(es) m, cosa ^(es) v, extremo ^(es) m, negocio ^(es) m, especie ^(es) v

Gangbaarheid

Het woord aangelegenheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aangelegenheid' herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

aangelegenheid op website: Etymologiebank.nl

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.