cosa
Italiaans
Uitspraak
- IPA: /ˈkɔza/
Spaans
Uitspraak
- IPA: /ˈkosa/
Woordafbreking
- co·sa
Zelfstandig naamwoord
cosa v
- «coge tus cosas.»
- Neem je dingen.
- «coge tus cosas.»
- «no he visto cosa igual.»
- zoiets heb ik nog nooit gezien
- «no he visto cosa igual.»
Werkwoord
vervoeging van |
---|
coser |
cosa
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van coser
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van coser
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van coser
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.