aaneenschakelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aaneenschakelen    (hulp, bestand)
  • IPA: /an'enˌsxakələ(n)/
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /an.ˈen.sχa.kə.lə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /an.ˈen.sxa.kə.lə(n)/
naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
aaneenschakelenaaneenschakelend
aaneenschakelingaaneengeschakeld
-aaneenschakelbaar
Woordafbreking
  • aan·een·scha·ke·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aaneenschakelen
schakelde aaneen
aaneengeschakeld
zwak -d volledig

Werkwoord

aaneenschakelen

  1. overgankelijk met schakels verbinden (ook fig.)
    • Hij heeft de beide machines aaneengeschakeld. 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aaneenschakelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.