aaneengroeien

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·een·groei·en
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aaneengroeien
groeide aaneen
aaneengegroeid
zwak -d volledig

Werkwoord

aaneengroeien

  1. ergatief aan elkaar vastgroeien
    • Pseudarthrose of niet aaneengroeien van het bot. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aaneengroeien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.