aaneengeschakeld

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·een·ge·scha·keld
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen aaneengeschakeld
verbogen aaneengeschakelde
partitief aaneengeschakelds

Bijvoeglijk naamwoord

aaneengeschakeld [1]

  1. verbonden.
  2. zonder onderbreken voortgaand
  3. (taalkunde) nevengeschikt zonder oorzakelijk of tegengesteld verband

Werkwoord

vervoeging van
aaneenschakelen

aaneengeschakeld

  1. voltooid deelwoord van aaneenschakelen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aaneengeschakeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.