aalmoezenier
Nederlands
Woordafbreking
- aal·moe·ze·nier
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘katholiek geestelijke’ voor het eerst aangetroffen in 1251 [1]
- afgeleid van aalmoes met het achtervoegsel -ier met het invoegsel -en- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aalmoezenier | aalmoezeniers |
verkleinwoord | aalmoezeniertje | aalmoezeniertjes |
Zelfstandig naamwoord
aalmoezenier m [3]
- (religie) rooms-katholieke geestelijke voor militairen, gevangenen en leden van jeugdbewegingen
Hyponiemen
- legeraalmoezenier
Vertalingen
1. geestelijke voor militairen, gevangenen en leden van jeugdbewegingen
|
Gangbaarheid
- Het woord aalmoezenier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aalmoezenier' herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.