Winkel

Niet te verwarren met: winkel

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • Win·kel
enkelvoud meervoud
naamwoord Winkel -
verkleinwoord - -

Eigennaam

Winkel m[1]

  1. (toponiem: rivier) rivier in Utrecht
    • De Winkel stroomt van de Angstel naar de Waver. 
Gelijkklinkende woorden

Gangbaarheid
  • Het woord 'Winkel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen
  1. rivieren genus op VRT Taalnet

Duits
Uitspraak
  • IPA:
Woordafbreking
  • Win·kel

Zelfstandig naamwoord

Winkel m

  1. hoek
enkelvoud meervoud
nominatief der Winkeldie Winkel
genitief des Winkelsder Winkele
datief dem Winkelden Winkeln
accusatief den Winkeldie Winkel
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.