Israël

Nederlands

demoniem
inwoner Israëli, Israëliër
vrouwelijke inwoner Israëlische
bijvoeglijk Israëlisch
Uitspraak
  • Geluid:  Israël    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈɪs.ra.ɛɫ/, /ˈɪs.rɑ.ɛɫ/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈɪs.ra.ɛɫ/
    • (Limburg): /ˈɪs.ra.hɛl/, /ˈɪs.raːl/
Woordafbreking
  • Is·ra·el

Zelfstandig naamwoord

Israël

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) een Bijbels volk
    • Nu vielen tien stammen van het volk Israel van hem af, en stichtten een nieuw koningrijk, hetwelk zij het rijk Israel noemden.[1] 
enkelvoud meervoud
naamwoord Israël -
verkleinwoord - -
Synoniemen

Eigennaam

Israël

  1. (toponiem: land) een land in het Midden-Oosten, gelegen aan de Middellandse Zee
    • Israël is in 1948 gesticht. 
Verwante begrippen
Landen in Azië in het Nederlands
AfghanistanArmeniëAzerbeidzjanBahreinBangladeshBhutanBruneiCambodjaChinaCyprusEgypteFilipijnenGeorgiëIndiaIndonesiëIrakIranIsraëlJapanJemenJordaniëKazachstanKirgiziëKoeweitLaosLibanonMaldivenMaleisiëMongoliëMyanmar/BirmaNepalNoord-KoreaOezbekistanOmanPakistanQatarRuslandSaoedi-ArabiëSingaporeSri LankaSyriëTadzjikistanThailandTurkijeTurkmenistanVerenigde Arabische EmiratenVietnamZuid-Korea
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'Israël' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  • Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands

Nedersaksisch

Eigennaam

Israël

  1. (toponiem: land) Israël; een land in het Midden-Oosten gelegen aan de Middellandse Zee
Schrijfwijzen
Synoniemen
  • Staot Israël

Meer informatie

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.