Griekenland

Nederlands

demoniem
inwoner Griek
vrouwelijke inwoner Griekse
bijvoeglijk Grieks
Uitspraak
  • Geluid:  Griekenland    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈχrikə(n)ˌlɑnt/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈɣrikə(n)ˌlɑnt/
    • (Limburg): /ˈɣrikə(n)ˌlɑnd/
Woordafbreking
  • Grie·ken·land
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Griekenland -
verkleinwoord - -

Eigennaam

Griekenland o

  1. (toponiem: land) een land in het zuiden van Europa
Verwante begrippen
Landen in Europa in het Nederlands
AlbaniëAndorraArmeniëAzerbeidzjanBelgiëBosnië en HerzegovinaBulgarijeDenemarkenDuitslandEstlandFinlandFrankrijkGeorgiëGriekenlandGroenlandHongarijeIerlandIJslandItaliëKazachstanKroatiëLetlandLiechtensteinLitouwenLuxemburgMacedoniëMaltaMoldaviëMonacoMontenegroNederlandNoorwegenOekraïneOostenrijkPolenPortugalRoemeniëRuslandSan MarinoServiëSloveniëSlowakijeSpanjeTsjechiëTurkijeVaticaanstadVerenigd KoninkrijkWit-RuslandZwedenZwitserland
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'Griekenland' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.