Zwarte walnoot

De zwarte walnoot of zwarte noot (Juglans nigra) is een plant uit de okkernootfamilie (Juglandaceae). De boom komt van nature voor in het oosten van Noord-Amerika, in Texas en in Zuidoost-Canada. Daar wordt het hout gebruikt. De boom vraagt een vochthoudende, diep wortelende, vruchtbare en kalkrijke bodem. In Europa wordt de boom als park- en laanboom aangeplant of als onderstam voor de rassen van de okkernoot. Rond 1900 werd de zwarte walnoot in Duitsland aangeplant in bossen langs de Rijn en Donau, maar weinig bomen hebben stand gehouden. De vruchten zijn goed eetbaar.

Zwarte walnoot
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Fabiden
Orde:Fagales
Familie:Juglandaceae (Okkernootfamilie)
Geslacht:Juglans (Walnoot)
soort
Juglans nigra
L. (1753)
Noot
Fineer van zwart walnotenhout
Natuurlijke verspreiding
Afbeeldingen Zwarte walnoot op Wikimedia Commons
Zwarte walnoot op Wikispecies
Portaal    Biologie

Beschrijving

De boom wordt 20-30 m hoog en heeft een rechte, doorgaande stam. De halfopen kroon is rond tot afgeplat-rond. Het merg van de twijgen is geladderd. De schors van jonge bomen is lichtbruin en wordt bij oudere bomen donkergrijs met diepe, min of meer netvormige groeven.

Schors

De heldergroene, glanzende onevengeveerde bladeren hebben 15-25 blaadjes. De 7-10 cm lange en 2-3 cm brede blaadjes zijn lancetvormig tot eirond-lancetvormig, hebben een fijngezaagde bladrand en een witfijnharige onderkant. Het topblaadje is zeer klein of ontbreekt.

De boom bloeit tegelijk met het verschijnen van het blad vanaf eind mei tot in juni. De groene, mannelijke katjes zijn 5-10 cm lang. De vrouwelijke bloemen staan alleen of met 2-4 bij elkaar in korte, groenachtige aren.

De vrijwel ronde vrucht is 4-5 cm groot. De jonge bolster is geelgroen en verkleurt bij het ouder worden naar donkerbruin. In de bolster zit een 3-4 cm grote noot met een overlangs diepgegroefde, zwartbruine wand. De kern van de noot is rond en glad met vier scheidingswanden en een niet bochtige kern. Botanisch gezien is de vrucht een steenvrucht.

Inhoudstoffen

De zwarte walnoot bevat polyfenolen, looistoffen, nafthochinoneverfstoffen zoals juglon en hydrojuglon-glycoside, etherische olie, vetzuren en alkanen. Juglon veroorzaakt de zwarte verkleuring van afstervende plantendelen en het heeft een fytotoxische werking op planten, vissen en schimmels.

De olie uit noten van de vijf rassen, Ogden, Sparrow, Baugh, Carter en Thomas, is geanalyseerd. 100 gram droge kern van deze rassen bevatte 27,80-33,34 gram linolzuur, 14,52-24,40 gram oliezuur, 1,61-3,23 gram linoleenzuur, 1,61-2,15 gram palmitinezuur en 1,07-1,69 gram stearinezuur.[1]

Gebruik

Het hout wordt gebruikt voor het maken van meubels. De noot is moeilijk te kraken. De kern wordt in Amerika gebruikt in de bakkerij en bij het bereiden van spijzen. De kern is rijk aan olie.

Ziekten

De boom kan aangetast worden door bacteriebrand (Xanthomonas campestris pv. juglandis en bladvlekkenziekte (Gnomonia leptostyla) en is zeer gevoelig voor het kersenbladrolvirus. Het virus wordt overgedragen door het stuifmeel.

Literatuur

  • Kosmos Naturführer, Aichele/Schwegler: Welcher Baum ist das?
  • Schmeil-Fitschen: Die Flora von Deutschland interaktiv, ISBN 3-494-01368-3
  • Wolfgang Franke: Nutzpflanzenkunde, Georg Thieme-Verlag 6. Auflage
Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Zwarte walnoot op Wikimedia Commons.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.