Volkswagen Iltis

De Volkswagen Iltis, ook bekend als Type 183, is een militaire terreinauto, die in eerste instantie voor de Duitse Bundeswehr[2] door Volkswagen vanaf 1978 tot 1990 werd geproduceerd. De naam is Duits voor bunzing.

Volkswagen Iltis
Volkswagen Iltis (Type 183)
Productiejaren1978-1990
Productieaantal9.547 stuks[1]
waarvan 8.800 voor de Bundeswehr
en 747 voor diverse afnemers
Uitvoeringen
Militair & civiel
VoorgangerVolkswagen Type 181
DKW Munga
(zie tekst)
OpvolgerBij het VAG-concern geen.
Bij de diverse krijgsmachten; overwegend de Mercedes Benz G (Gelände) in militaire uitvoering.
Portaal    Auto
VW Type183 "Iltis"
Gesloten kap
Civiele uitvoering
Let op de Audi / Auto Union ringen in de grille
Civiele uitvoering
Winnaar in de 1980 editie van de Dakar-rally.

Algemeen

De Iltis werd ontwikkeld door Volkswagen AG-dochter Audi. Technisch gezien was hij een doorontwikkeling van de DKW Munga die was gebouwd door Auto-Union, de voorloper van Audi.
De productie van de Munga was weliswaar al beëindigd in 1968, maar in de tussentijd hadden Duitsland, Frankrijk en Italië een plan ontwikkeld om gezamenlijk een terreinvoertuig te bouwen; de z.g. "Europa Jeep".
Dit plan kwam echter niet verder dan de tekentafel en werd in 1976 afgeblazen. De periode tussen de Munga en de Iltis werd opgevuld door een (inderhaast) bij VW ontwikkelde auto; de Volkswagen Type 181 die qua techniek zwaar leunde op de Kever en Kübelwagen. De Type 181 had echter geen vierwielaandrijving hetgeen voor een terreinauto eigenlijk wel een voorwaarde is.

Productie

De Iltis werd door de Duitse overheid, samen met de Mercedes Benz G (Gelände) getest. Gekozen werd voor de Iltis omdat de prestaties nagenoeg gelijk waren bij een lagere kostprijs. De productie begon in de zomer van 1978, grotendeels bij VW en deels bij Audi in Ingolstadt.
De eerste 200 exemplaren werden afgeleverd in november. Eind 1979 waren er ± 2.000 auto's afgeleverd, waarvan 310 aan de Luftwaffe en 20 aan de Duitse Marine.
Na stopzetting van de productie bij Volkswagen werd de productielijn verkocht aan het Canadese Bombardier die de auto, met geringe wijzigingen, onder licentie in productie nam voor de Canadese strijdkrachten. België assembleerde, met gebruikmaking van de Canadese onderdelen, de Bombardier Iltis voor hun strijdkrachten.
In 1987 ontstond bij de Duitse Bundeswehr de vraag naar een dieseluitvoering van Iltis en werd er op basis van de "Belgische Iltis" een serie geassembleerd voor levering aan Duitsland.

Uitvoeringen

Hoewel de meeste van de geproduceerde eenheden auto's waren met een cabrioletkap en vier uitneembare deuren met plastic ramen, werden er in kleine series verschillende carrosserievarianten geproduceerd:

  • Commandovoertuig[3]
  • Personenvervoer
  • Radiowagen
  • Ambulance (met een verlengde kap)
  • Wapendrager voor lichte antitankwapens

In Duitsland werd ook een civiel model aangeboden, dat echter maar weinig afnemers vond. Dit was grotendeels te wijten aan de prijs die (ter indicatie) drie keer hoger was dan die van een Volkswagen Golf.[4]

Techniek

In een poging de kostprijs zo laag mogelijk te houden ontwierp Audi de Iltis met gebruikmaking van bestaande onderdelen die al werden toegepast in de modellen van de Volkswagen-groep uit die tijd. Ook werden sommige onderdelen overgenomen van de VW Type 181, zoals het voorruitframe met (gemodificeerde) scharnieren, de cabrioletkap, zonnekleppen en de ruitenwissermotor.

Carrosserie

De carrosserie was een doorontwikkeling van die van de Munga en volledig verzinkt.

Maten & GewichtStandaarduitvoeringAmbulance-uitvoering
Lengte:3972 mm4540 mm
Breedte:1520 mm1720 mm
Hoogte:1837 mm1855 mm
Wielbasis:2017 mm2017 mm
Rijklaar gewicht:1340 kg1340 kg

De relatief korte wielbasis heeft in het terrein als voordeel dat steile heuvels betrekkelijk makkelijk genomen kunnen worden zonder dat het voertuig op de bodem vastloopt. Het nadeel is dat het rijcomfort er onder lijdt. Bij opeenvolgende hobbels heeft de auto de neiging te gaan "stuiteren".

Motoren

Tot 1987 was alleen een benzinemotor leverbaar en in 1987 en 1988 is er ook een turbodieselmotor.

BenzinemotorTurbodieselmotor
Cilinderaantal:44
Cilinderinhoud:1713 cm³1600 cm³
Soort:LijnmotorLijnmotor
Werkwijze:4-takt4-takt
Koeling:VloeistofVloeistof
Vermogen:56 kW / 76 PK52 kW / 70 PK
Max. koppel135 nm/2800 toerenmin.140 nm/ 3.000 toerenmin.

Transmissie

Alle voertuigen hebben achterwielaandrijving. De voorwielaandrijving is apart inschakelbaar zodat er een 4 x 4 aandrijving ontstaat. Het differentieel in de achteras is voorzien van een sperinrichting dat, bij verlies van grip, het doordraaien van een van de achterwielen voorkomt. Het voordifferentieel is geïntegreerd in de versnellingsbak. De aan de Bundeswehr geleverde benzinemodellen zijn zonder sperinrichting op het voorste differentieel uitgevoerd maar dit was op de civiele versie als optie wel verkrijgbaar.

De versnellingsbak heeft vier versnellingen vooruit en een achteruitrijversnelling, alsmede een ongesynchroniseerde "terreinversnelling" met een grote reductie. Hierdoor wordt de topsnelheid van de auto ongeveer gehalveerd maar de trekkracht verdubbeld. De extra reductie kan alleen worden gebruikt als ook de voorwielaandrijving is ingeschakeld. Zowel de extra reductie als de sperinrichting(en)kunnen, naar believen rijdend in- of uitgeschakeld worden.

Het vierwielaandrijving-systeem dat Audi voor deze auto ontwikkelde was de basis voor het quattro-systeem dat later op de civiele auto's van dat merk werd toegepast.[5]

Elektrisch systeem

Bijzonder is dat de bij de Bundeswehr ingezette auto voorzien zijn van een 24 volts boordspanning.[6] Nadeel hiervan is dat de hierdoor noodzakelijke 24 volts startmotor en het ontstekingssysteem aanmerkelijk duurder zijn. Ook dienen er twee - in serie-geschakelde - 12 volt-accu's gebruikt te worden die het gewicht van het voertuig verhogen. De accu's waren onder de achterbank geplaatst en een bijzonderheid is dat: het afdekplaatje van de accuruimte als nevenfunctie, bij het rijden door (diep) water, vóór de koelgrille geplaatst kon worden, als een soort waterkering voor de motorruimte.

Prestaties

De VW Iltis accelereerde in 21 seconden van 0 naar 100 km/u en bereikt een maximale topsnelheid van 130 km/u. Deze relatief matige prestaties zijn het gevolg van het hoge gewicht van het voertuig. Door het hoge zwaartepunt en de aard van de diagonale terreinbanden, had de auto de neiging te slippen in scherpe bochten, of zelfs te kantelen. Daarom werd bij de Bundeswehr aanbevolen, de auto alleen met ingeschakelde voorwielaandrijving (dus vierwielaandrijving) te rijden.

Verschillen tussen Duitse en Canadese/Belgische versie

(Veel van deze details zijn op de in 1987-'88 in België gebouwde en aan Duitsland geleverde, turbodiesel-modellen toegepast.)

  • Standaard een sperinrichting op het voordifferentieel
  • Metalen bedieningshandel voor sperinrichting in plaats van kunststof
  • Versterkte aandrijfassen
  • Controlelampjes op het instrumentenpaneel betreffende de vierwielaandrijving en sperdifferentiëlen, met de bijbehorende schakelaars
  • Koelwatertemperatuurmeter
  • Accuspanningmeter (reguliere boordaccu's)
  • Accuspanningmeter (extra accu's voor radio, bij verbindingsdienstvoertuigen)
  • Richtingaanwijzers aan de zijkant
  • Aangepaste kabelboom van het elektrisch systeem
  • Antennebevestiging op linkervoorspatbord verwijderd cq. veranderd
  • Rechtsachter aan de wagen geen bevestigingsmogelijkheid voor een antennesteun
  • Bevestigingssteun voor spade, onder de motorkap, aangepast aan Amerikaans model schep
  • Uniroyal T9- of Michelin X banden
  • Voordeurramen met twee ritssluitingen
  • Achterdeurramen rechthoekig
  • Bredere radiateur
  • Ontsteking-verdeler luchtgekoeld
  • Krik in rechteropbergruimte
  • Bevestiging van carrosserie op het chassis met 6 in plaats van 4 rubberblokken (z.g. silent blocks)

Militaire gebruikers

Rallysport

Tijdens de 1980-editie van de "Rallye Oasis" (de huidige Dakar-rally) eindigden vier met VW Iltis uitgeruste teams hoog in de klassering. Het Duitse team Kotulinsky/Löffelmann eindigde als eerste. Deze auto, met startnummer 137, staat tentoongesteld in het Automuseum Wolfsburg. De drie andere teams eindigden op plaats 2, 4 en 9, hetgeen een bijzondere prestatie is omdat de vier auto's nagenoeg standaard waren.

Literatuur

  • (de) Kai Sippel: VW Typ 183 "Iltis" - Der Allrad-Geländewagen von Volkswagen 1976-1988. Selbstverlag, 2004, ISBN 3-00-014113-8
  • (de) Willy Queissner: VW Iltis. Schiffer Publishing Ltd, 2001, ISBN 0-7643-1309-6
Zie de categorie Volkswagen Iltis van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.