Uri Ariel

Ariel diende als soldaat in een gevechtseenheid genaamd Palsar 7 en had bij zijn vertrek uit het leger de rang van majoor. Hij raakte betrokken bij de Israëlische nederzettingen en was zowel algemeen secretaris van de nederzettingenbeweging Amana als van de Jesha-raad. Ook stond hij aan het hoofd van de gemeenteraad van de nederzetting Beit El op de Westelijke Jordaanoever en was lid van het bestuur van het Joods Nationaal Fonds. Hij is tegen een Palestijnse staat op de Westelijke Jordaanoever en voorstander van annexatie van de C-gebieden van de Westelijke Jordaanoever.[1][2]

Uri Ariel is getrouwd en heeft zes kinderen. Hij woont in de Israëlische nederzetting Kfar Adumim, nabij het met verwoesting bedreigde Palestijnse bedoeïenendorp Khan al-Ahmar[3] Voor 2005 woonde hij tijdelijk in de Israëlische nederzetting Kfar Darom in de Gazastrook en daarna in de outpost Amona voordat deze ontmanteld werd.

Ariel is sinds 17 oktober 2001 in de Knesset vertegenwoordigd, in eerste instantie voor de alliantie van de Nationale Unie maar sinds de installatie van de 19e Knesset in 2013 voor Het Joodse Huis. Hij kwam tussentijds in het parlement terecht, na de moord op minister Rehavam Ze'evi. In het van 2013 tot 2015 lopende kabinet-Netanyahu III had hij de post van minister van Huisvesting en Bouw. In het kabinet-Netanyahu IV kreeg hij de portefeuille Landbouw en Landelijke Ontwikkeling. Voor hem en zijn partij is dit een belangrijke post omdat ook de Israëlische nederzettingen hiertoe behoren.

Als religieus-joods parlementariër verzette hij zich heftig tegen de Israëlische ontruiming van de Gazastrook en een deel van de Westelijke Jordaanoever in 2005 en vestigde zich om die reden voordat de ontruimingen plaatsvonden tijdelijk in een Joodse nederzetting in beide gebieden.

In 2006 beklom hij tijdens Soekot (het Loofhuttenfeest) de Tempelberg met als doel om een plan voor een daar te bouwen synagoge voor te bereiden. Het was de bedoeling dat dit godsdienstige gebouw naast de daar aanwezige islamitische godshuizen zou worden neergezet. Volgens Ariel zou de islam door de bouw van deze synagoge te aanvaarden, kunnen bewijzen dat ze zich verdraagzaam wil opstellen naar andere godsdiensten.

Bij het staatsbezoek van de Duitse bondskanselier Angela Merkel in 2008 maakte hij er bezwaar tegen dat zij de Knesset in het Duits zou toespreken en merkte daarbij op de Duitsers als de "moeder van alle Amalekieten" te beschouwen.

In 2011 steunde hij een wetsontwerp dat alle verwijzingen naar het nazisme wenste uit te bannen, behalve die voor onderwijskundige zaken. En begin 2012 gaf hij toe dat hij informatie over legerverplaatsingen doorgaf aan militante Joodse jongeren 'Hilltop Youth' op de Westelijke Jordaanoever teneinde het legeroptreden tegen deze jongeren aldaar te hinderen.

Begin juli 2018 betrad Uri Ariel de Tempelberg en riep daarbij op tot het openen van de Tempelberg voor joden die daar willen bidden. In oktober 2015 had Netanyahu om veiligheidsredenen restricties voor de toegang ervan opgelegd aan moslims en parlementsleden[4], maar op 3 juli 2018 de restricties voor parlementsleden ingetrokken.[5].

1. Ariel, Katz oppose Palestinian state in West Bank jpost, 11 juli 2013
2. Agricultural Minister Uri Ariel calls for annexation of West Bank’s Area C jpost.com 11 januari 2016
3. Tensions high as Khan al-Amar awaits Court decision jpost.com, 10 juli 2018
4. Police impose fresh restrictions on Muslims at Temple Mount timesofisraël, 8 oktober 2015
5. Netanyahu lifts ban on MKs visiting Temple Mount thetimesofisrael, 3 juli 2018