Tweede Slag om Charkov

De Tweede Slag om Charkov (Russisch: Харьковская операция, Charkovskaja operatsija) was de tweede van een reeks veldslagen die in de Tweede Wereldoorlog werden gestreden rond de plaats Charkov in Oekraïne, dat toen deel uitmaakte van de Sovjet-Unie. De slag was onderdeel van een tegenoffensief van de Sovjettroepen om de Duitse troepen terug te dringen en vond plaats tussen 12 mei en 28 mei 1942.

Tweede Slag om Charkov
Onderdeel van het oostfront van de Tweede Wereldoorlog
Het Oostfront rond de tijd van de tweede slag bij Charkov; het operatiegebied is aangeven in roze (met twee pijlen in het gebied).
Datum12 mei - 28 mei 1942
LocatieCharkov, Oekraïne
ResultaatDuitse overwinning
Strijdende partijen
 Duitsland
 Italië
 Roemenië
 Sovjet-Unie
Leiders en commandanten
Fedor von Bock
Friedrich Paulus
Semjon Timosjenko
Troepensterkte
300.000 man,
1000 tanks,
1500 vliegtuigen
640.000 man,
1200 tanks,
1000 vliegtuigen
Verliezen
Meer dan 60.000 gedood, gewond of krijgsgevangenen. 207.000 gedood, gewond of krijgsgevangenen.
Oostfront (Tweede Wereldoorlog)

Polen · Balkan · Barbarossa · Minsk · Raseiniai · Smolensk (1) · Charkov (1) · Finland · Leningrad · Tichvinoffensief · Moskou · Toropets-Cholmoffensief· Rzjev · Charkov (2) · Stalingrad · Charkov (3) · Koersk · Bagration · Warschau · Laplandoorlog · Wisła-Oderoffensief · Oost-Pruisenoffensief· Pommerenoffensief· Neder-Silezische offensief · Operatie Sonnenwende · Berlijn · Praag

Achtergrond

In de winter van 1941-1942 voerden de Sovjettroepen een groot offensief uit tegen de Duitsers met enorme verliezen aan beide kanten. Tegen het einde van februari 1942 begonnen de Sovjets uitgeput te raken. Jozef Stalin was echter ervan overtuigd dat de Duitsers bijna aan hun eind waren, en in een toespraak op 7 november 1941 zei hij dat de Duitse legers vernietigd konden worden in de lente of de zomer van 1942. Hij besloot de zwakte binnen het Duitse leger uit te buiten door een nieuw offensief te starten in de lente.

Stalins generaals Boris Sjaposjnikov, Aleksandr Vasilevski en Georgi Zjoekov bepleitten een meer defensieve houding. Stalin was ervan overtuigd, dat als ze een offensief over het hele front in de lente zouden uitvoeren, dit de Duitsers zou destabiliseren, voordat ze een kans zouden krijgen om opnieuw het initiatief te nemen. Dit moest voorkomen worden, omdat dit het einde zou kunnen betekenen van Moskou. Ondanks kritiek van zijn generaals besloot Stalin de Duitsers te verrassen met het uitvoeren van 'plaatselijke offensieven'.

Aan het einde van de lente van 1942 was het Rode Leger aan het oostfront kwantitatief aanzienlijk sterker geworden dan de Wehrmacht. Het Rode leger had zo'n 5.600.000 man, 3900 tanks, 44.900 stukken geschut en 2200 vliegtuigen. De Wehrmacht had weliswaar in totaal 6.200.000 man, 3229 tanks, 57.000 stukken geschut en 3395 vliegtuigen maar daarvan was minder dan de helft in het oosten aanwezig. In mei 1942 was de Duitse sterkte ongeveer tweeënhalf miljoen man en 1167 inzetbare tanks.

Het offensief

Beginfase

Het offensief door het Rode leger begon om 6:30 in de morgen van 12 mei 1942, geleid door een uur durende geconcentreerde artillerieaanval, en gevolgd door een twintig minuten durende luchtaanval op de Duitse posities. Het grondoffensief begon om 7:30. De Sovjets ondervonden enorm veel verzet vanuit de Duitse verdedigingsstellingen. Deze stellingen werden langzaam uitgeschakeld door geconcentreerde lucht- en artillerieaanvallen, samen met gecoördineerde grondaanvallen tegen versterkte stellingen. De zwaarste gevechten vonden plaats bij de plaats Nepokrytaia waar de Duitsers drie tegenaanvallen uitvoerden. Aan het eind van de dag was de grootste penetratie door Russische strijdkrachten 10 km, de voortgang van de Sovjettroepen was klein en het leger behaalde slechts kleine overwinningen. Russen die de sector Vovtsjansk waren ingetrokken, waren nog maar 12 km van de stad Charkov verwijderd.

Tweede fase

Op 15 en 16 mei was er nog een offensief van de Sovjets in het noorden, die hetzelfde verzet tegenkwamen als drie dagen voordien. De Duitsers bleven het volhouden tegen de Sovjets. De Sovjets leden een tekort aan zware wapens, waardoor het moeilijk voor ze was om versterkte verdedigingsposities uit te schakelen. De volgende dag probeerden de Sovjets weer aan te vallen, maar ze werden gestopt door tegenaanvallen van Duitse tanks. De uitgeputte divisies van de Sovjets kregen moeite om hun eigen stellingen te behouden. De Luftwaffe voerde steeds hevigere luchtaanvallen uit op de Sovjets in het zuiden, die eerder succes hadden geboekt. De Duitsers haalden versterking vanuit het zuiden, inclusief luchteenheden die werden overgeplaatst vanuit de Krim.

1ste Pantserleger voert een tegenaanval uit

Generaal Semjon Timosjenko, die de Tweede Slag om Charkov leidde

Op 17 mei hadden de Duitsers het initiatief weer in handen. Het 3e pantserkorps samen met het 44ste legerkorps van Ewald von Kleist begonnen een tegenaanval bij het bruggenhoofd van Barvenkovo in het gebied van Aleksandrovka in het zuiden. Sterk ondersteund door de luchtmacht kon Kleist de Sovjetstellingen vernietigen en in de eerste dag 10 km voortgang boeken. Vasilevsky vroeg toestemming om terug te trekken maar Stalin wees dit af.

Op 18 mei werd de situatie voor de Sovjets slechter en de Stavka vroeg weer om het offensief te stoppen en het negende leger te laten uitbreken. Semjon Timosjenko en Nikita Chroesjtsjov zeiden dat de komende bedreiging van de Wehrmacht overdreven was en Stalin wees de terugtrekking opnieuw af.

Op 19 mei was Friedrich Paulus onder bevel van Fedor von Bock begonnen met een offensief vanuit het gebied Merefa in het noorden in een poging de overblijvende Sovjettroepen te omsingelen. Op dat moment gaf Stalin de toestemming aan Georgi Zjoekov om het offensief te staken en terug te trekken, alleen was dit al te laat. De Duitsers boekten veel succes tegen de Sovjetverdediging.

Op 20 mei werden meer Duitse divisies in de strijd geworpen. Zij vernietigden de overgebleven delen van Sovjetdivisies, wat de Duitsers de mogelijkheid gaf om verder te gaan.

Op 21 mei hergroepeerde commandant Timosjenko succesvol de Sovjetlegers. Op 22 mei gaf hij de opdracht om terug te trekken en tegelijk bereidde hij een aanval voor voor 23 mei. Deze tegenaanval zou moeten worden uitgevoerd door het negende leger en het 57ste leger. Alhoewel de Sovjets wanhopig de Duitsers proberen af te slaan, voerden ze enkele tegenaanvallen uit, om kleine omsingelde groepen te bevrijden, maar faalden hierin.

Op 24 mei waren de Sovjets in de buurt van Charkov volledig omsingeld door de Duitsers die meer divisies naar het front hadden gestuurd, wat de druk op de Russen vergrootte en wat uiteindelijk hun ondergang betekende.

Russen omsingeld

Op 25 mei kwam de eerste grote poging van de Russen om de omsluiting van de Duitsers te breken, tevergeefs.

Op 26 mei waren de overlevende Russen gedwongen om te verblijven in overvolle stellingen op een gebied van ruwweg 15 km². De Sovjets probeerden uit te breken op 30 mei.

De Tweede Slag om Charkov maakte een einde aan de Sovjetsuccessen in het winteroffensief.

Zie ook

Zie de categorie Second Battle of Kharkov van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.