Artillerie

Artillerie of geschut is in de krijgsmacht het wapen dat vuursteun geeft aan de eigen troepen. Historisch bestaan er vele types van artillerie-eenheden, afhankelijk van hun specialiteit of specifieke opdracht, zoals veldartillerie, vestingsartillerie, kustartillerie, belegeringsartillerie. In 1916 ontstaan de eerste luchtdoelartillerie-eenheden. Bij de moderne artillerie maakt men nog slechts onderscheid tussen veldartillerie, rijdende artillerie en luchtdoelartillerie.

Artillerie
Artillerie tijdens de napoleontische oorlogen
TypeDiverse soorten, waaronder geschut
Land van oorsprongEuropa
Dienstgeschiedenis
In dienstVanaf de middeleeuwen
Gebruikt doorDiverse volkeren
OorlogenVrijwel alle oorlogen sinds de middeleeuwen
Productiegeschiedenis
OntwerperVerschillend
ProducentVerschillend

Indeling

Men onderscheidt krombaangeschut (houwitsers) en steilbaangeschut (mortieren) en vlakbaangeschut (kanonnen). Tot de artillerie worden ook gerekend de raketten, geleid en ongeleid, die in het veld worden gebruikt.

Men catalogeert de artillerie ook dikwijls naargelang de stukken getrokken of zelfaangedreven zijn (gemechaniseerde artillerie). Getrokken artillerie wordt verplaatst met behulp van vrachtwagens of rupsvoertuigen, z.g. artillerietrekkers. Gemechaniseerde artillerie bestaat veelal uit een of meerdere vuurmonden die op een gepantserd onderstel zijn gemonteerd.

Nederland

De Nederlandse Landmacht kent nu drie artilleriekorpsen: het Korps Veldartillerie, het Korps Rijdende Artillerie ("Gele Rijders") en het Korps Luchtdoelartillerie. Tot in de meidagen 1940 bestond het Korps vestingartillerie.

Veldartillerie

Het Nederlandse leger gebruikte voorheen gemechaniseerde vuurmonden van het type M109 (en daarvoor ook de AMX-PRA en M107/M110). Bij de AMX-PRA en M109 bevond het geschut zich in een gesloten geschutkoepel, zodat de voertuigen veel weg hebben van een tank. Deze gepantserde en gemechaniseerde artilleriestukken worden daarom ook wel pantserhouwitser genoemd. De M107/M110 waren wel gemechaniseerd maar hadden geen geschutskoepel. In het verleden zijn ook getrokken vuurmonden (onder andere de M114-houwitser en FH-70) in de bewapening geweest. Deze stukken werden door middel van een artillerietrekker (YHZ 2300) verplaatst.

Mortieren zijn een lichtere vorm van artillerie, vaak in gebruik bij de ondersteuningseenheden van (pantser-) infanterie-eenheden. Gedemonteerd kan een mortier (60mm of 81mm) door infanteristen worden vervoerd en snel worden opgezet. De zwaardere (120mm) mortieren worden getrokken door een niet-gepantserd wielvoertuig.

De Korpsen Veldartillerie en Rijdende Artillerie zijn na reorganisatie in 2013 (14e Afdeling Veldartillerie en 11 Afdeling Rijdende Artillerie) gereorganiseerd tot 1 vuursteuncommando (VustCo). De Alfa en Bravo batterijen hebben elk zes 155mm Panzerhaubitze 2000 en de Charlie batterij is uitgerust met 120mm mortieren. Overkoepelend is de ondersteuningsbatterij welke voor de randvoorwaarden zorgt. Het VustCo is gelegerd op de Luitenant-Kolonel Tonnetkazerne (LTK) en op de Legerplaats bij Oldenbroek (LBO) in 't Harde.

Met de M109 lag het maximale bereik op ongeveer 18 km, met de Pantserhouwitser 2000 neemt dit bereik toe tot 40 km. Daarvoor heeft de PzH2000NL een 155mm schietbuis met een 24 liter grote kruitkamer als standaard. Verder beschikt de Nederlandse artillerie over speciale langedracht munitie. Eind 2006 heeft men de beschikking gekregen over de DM131 granaat (een Insensitive High Explosive granaat) met "baseburn" en nieuwe modulaire voortdrijvende ladingen. Deze langedracht munitie is alleen beschikbaar in missiegebieden. De combinatie van de schietbuis en deze munitie maakt het mogelijk te schieten tot afstanden van 40 km of meer.

Door de kromme baan en de grote schootsafstanden is het mogelijk om doelen te treffen die vanaf de stukken niet zichtbaar zijn. Om toch het vuur te kunnen leiden gebruikt men voorwaartse waarnemers in het voorterrein, uitgerust met radio's, optische waarnemingsmiddelen en laserafstandmeters, veelal maken waarnemersgroepen gebruik van de Fennek of softtop wielvoertuigen. Uitgestegen waarnemen behoort ook tot de mogelijkheden. Verder kunnen doelen worden opgespoord door onbemande vliegtuigen, (UAV's) mortieropsporingsradar of radiopeilstations. Met de invoering van de PzH2000NL is ook het AFSIS (Advanced Fire Support Information System) geïntroduceerd. Dit programma is actief op het BMS (Battlefield Management System) welke de gebruiker in staat stelt digitaal informatie binnen de gehele vuursteun te kunnen verspreiden.

De landmacht heeft naast de PzH2000NL, ook nog mortieren van 60, 81 en 120 mm in gebruik. Daarnaast zijn er diverse typen antitankraketten. Wat betreft de als artillerie ingezette raketten gebruikte het Nederlandse leger vroeger de Honest John en Lance en tot enige tijd geleden nog de MLRS. Van 1986 tot 2005 had de Koninklijke Landmacht 22 MLRS raketlanceervoertuigen in zijn arsenaal. Deze zijn allemaal verkocht aan het Finse leger.

Luchtdoelartillerie

Zowel Lucht- als Landmacht beschikt over luchtdoelartillerie. Met het opheffen van 105 Luchtdoelartilleriebatterij zijn de laatste kanonsystemen uitgefaseerd en beschikt de krijgsmacht alleen over raketsystemen. De Landmacht beschikt over Stinger luchtdoelraketten gemonteerd op de Fennek. De luchtmacht beschikt over de draagbare Stinger luchtdoelraket. Patriot luchtdoelraketten hebben inmiddels het verouderde HAWK-raketysteem volledig vervangen. In 2009 zijn de eerste NASAMS luchtdoelraketten geleverd voor luchtverdediging op middellange afstand. Op deze manier kan er een zeer dicht systeem worden opgesteld met de Stinger voor korte afstand, de NASAMS voor middellange afstand en de Patriot voor lange afstand.

Marine

Bij de marine is de taak van (scheeps-)artillerie grotendeels overgenomen door lucht- en zeedoelraketten, maar men kent nog geschut van 127mm (5 inch), 76mm (3 inch), 30mm en 12,7mm (0,5 inch). Snelvuur geschut met een kaliber van minder dan 57mm wordt bij de marine vaak mitrailleur genoemd. Merk ook op dat men bij het landleger in het meervoud spreekt over kanonnen, bij de marine echter over kanons.

Het Korps Mariniers heeft 60mm, 81mm en 120mm mortieren en antitankraketten.

België

In de Belgische krijgsmacht kent het wapen der artillerie één veldartillerie eenheid: het Nederlandstalige Bataljon Artillerie in Brasschaat/Lombardsijde (Nieuwpoort). Bij de veldartillerie gebruiken ze als hoofdbewapening de getrokken stukken; houwitser 105mm LG1 MkII van het Franse merk GIAT en door mortieren 120mm MO-120-RT. Deze artilleriestukken worden mee getrokken door het pantservoertuig Dingo 2 MPPV. Het bataljon bestaat als volgt uit:

  • een STAF,
  • een staf- en dienstenbatterij,
  • een schoolbatterij,
  • een batterij houwitsers,
  • een batterij mortieren,
  • en een batterij paracommando (mortieren en houwitsers) om de luchtlandingscapaciteit te verzekeren.

Geschiedenis

Zie ook

  • Geschiedenis van de Nederlandse artillerie
  • ballistiek

Afbeeldingen

Zie de categorie Artillery van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.