Straatnaam

Een straatnaam of hodoniem is een woord om wegen (straten, lanen, allees enzovoort) te kunnen aanduiden. Het vormt een onderdeel van de toponymie. Het wordt in veel landen gebruikt voor het adresseren van post.

Straatnaambordje in Spanje
Oud straatnaambord in Diest: Infirmerijstraat
Straatnaambord in Groningen (Wipstraat verwijst naar de wipbrug)

Er is niet altijd sprake van een straat (verharde weg), maar desondanks spreekt men steeds van een straatnaam, niet van wegnaam of pleinnaam.

In Nederland

Geschiedenis

Pas in de negentiende eeuw werd in Nederland een systeem van straatnamen en huisnummers ingevoerd. Toen werden ook straatnaambordjes aan de gevels bevestigd. Vaak werden in de volksmond ontstane namen van straten toen de officiële naam. Voorbeelden zijn:

  • De functie van de straat: Veemarkt, Hoofdweg
  • De ligging: Poortstraat, Achter de kerk
  • Iemand die er gewoond heeft: Barteljorisstraat, Minnebroederssteeg
  • Een gebouw dat er staat: Kerkplein, Schoolstraat, Molenweg
  • De nabijgelegen plaats waarheen de weg leidt: Wassenaarseweg, Gronausevoetpad, Hinthamerstraat

Ook heetten straten vaak naar uithangborden of gevelstenen van huizen die aan de straat stonden, zoals in Maastricht de Morenstraat, waar op de hoek het huis In den Moriaan staat.

  • De (voormalige) beheerder van de weg: Rijksweg, Provincialeweg.

In de tweede helft van de negentiende eeuw kwam het vernoemen van personen met een bepaalde staat van dienst in zwang. Toen na 1900 hele nieuwe wijken tegelijk werden gebouwd, bedacht men bepaalde thema's per wijk, zoals de Vogelwijk in Den Haag (en vele andere steden) of de Kruidenbuurt in Eindhoven (idem).

Vaststelling en keuze van de straatnaam

In Nederland is de gemeente sinds de Gemeentewet van 1851 verantwoordelijk voor de straatnaamgeving. Het college van burgemeester en wethouders stelt de namen vaak vast in samenwerking met een (advies)commissie straatnaamgeving. Vrijwel alle Nederlandse gemeenten hebben regelgeving hieromtrent vastgelegd in een straatnaamverordening. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft in verband hiermee ook richtlijnen opgesteld.[1]

Als een straat naar een persoon wordt genoemd, kiest de gemeente vrijwel altijd voor overledenen. De periode tussen de naamgeving en de sterfdatum verschilt per gemeente. Bij sommige gemeenten is dat minimaal 25 jaar, bij anderen minimaal 5 jaar. Door deze periode in te stellen, wordt de kans kleiner dat de gemeente een straat naar iemand vernoemt die een besmet verleden blijkt te hebben. Een pijnlijk voorbeeld hiervan was de in 1945 vernoemde Stalinlaan in Amsterdam-Zuid, die na de Hongaarse inval in 1956 werd omgedoopt in Vrijheidslaan.[2] Een uitzondering op deze regel wordt overal gemaakt voor leden van het Koninklijk Huis. Er zijn echter meer uitzonderingen; zo werd al in 1964 in Enschede een straat naar Jozef Cals genoemd en in Utrecht naar judoka Anton Geesink. Daar ging de judoka later ook nog eens zelf wonen.

Straat in de Vogelbuurt

Meestal zijn de straatnamen in een wijk of buurt naar een bepaald thema genoemd. Zo zullen bijvoorbeeld de straten die naar componisten genoemd zijn, vaak in dezelfde wijk te vinden zijn. En zo hebben veel steden en dorpen een bloemenbuurt, vogelbuurt, dichterswijk, schilderswijk, rivierenbuurt, Indische Buurt, Transvaalbuurt etc. Zoekt men de Beethovenstraat, dan weet men dat men moet zoeken in de buurt van de Bachlaan en de Mozartstraat. Dat werkt natuurlijk minder goed als de straat genoemd is naar een minder bekend persoon.

In het buitenland wordt ook wel naar data van belangrijke historische gebeurtenissen genoemd (de Via XX Settembre in veel Italiaanse steden; het gaat daar om de Inname van Rome in 1870), maar dat is in Nederland niet zo gebruikelijk, met uitzondering van enkele pleinen (zoals Plein 1960 in Amstelveen naar het opleveringsjaar van het plein, Plein '40-'45 in Amsterdam-Slotermeer naar de Tweede Wereldoorlog, Plein 1813 in Den Haag naar het einde van de Franse overheersing (er staat een gedenkteken op het plein), Plein 1944 in Nijmegen ter herinnering aan het bombardement en de bevrijding van die stad, Plein 1992 in Maastricht, naar het Verdrag van Maastricht en Plein 1953 in de Rotterdamse wijk Pendrecht naar de Watersnoodramp).

Straat in Oostende

De meeste oudere straatnamen eindigen op de aanduiding voor het type weg, dus meestal op -straat, -weg, -plein, -laan. Ook -singel en -gracht komen voor, wat eigenlijk duidt op het water langs de straat.

In Nederlandse nieuwbouwwijken wordt het achtervoegsel wel achterwege gelaten. Men krijgt dan straatnamen als Fioringras en Hazelaar. Sommige straatnamen hebben een lidwoord, bijvoorbeeld De Arend in de vogelbuurt en De Populier in de bomenwijk.

Ook gebruikt men vaak fantasievolle achtervoegsels als -strook, -weide-, -landen- of -heerd-. Ingewijden weten aan het achtervoegsel in welke buurt een straat gezocht moet worden, en zelfs uit welke tijd een wijk stamt. Zo duidt het achtervoegsel -dreef vaak op een ontstaan in de jaren 60 - zoals in de wijk Bijlmermeer in Amsterdam, Overvecht in Utrecht en in Lelystad.

Soms zijn de straten op beginletter geordend. De Vastertlanden, Vrielinklanden en Veldhoflanden bevinden zich in hetzelfde deel van Enschede-Zuid, terwijl de Braamlanden ergens anders in de wijk is. De bewoners spreken vaak over de V-landen.

Zijstraten hebben soms een naam die afgeleid is van de naam van de hoofdstraat.

  • In Den Haag zijn de zijstraten van de Verdistraat en de Wagnerlaan genoemd naar opera's van die componisten.
  • In Amsterdam is een Distelweg en de zijstraten daarvan heten Eerste Disteldwarsstraat en Tweede Disteldwarsstraat. En zo zijn er nog veel meer.
  • Soms heeft een (vaak doodlopende) zijstraat geen eigen naam, maar draagt hij dezelfde naam als de hoofdstraat.

Gemeenten geven meestal alleen namen aan wegen waar adressen aan gelegen zijn. Autosnelwegen krijgen daarom zelden een straatnaam. Voorbeelden van autosnelwegen die wel een straatnaam hebben, zijn de A10 die in Amsterdam-West de naam Einsteinweg draagt en de A9 die binnen de gemeente Amstelveen de Burgemeester van Sonweg heet en binnen Amsterdam Zuidoost de Gaasperdammerweg.

Namen en nummers

Het is een hardnekkig misverstand dat de straten in de Nijmeegse stadsdelen Dukenburg en Lindenholt en in sommige wijken in Wijchen geen naam zouden dragen, maar alleen genummerd zouden zijn. Het aantal straatnamen is tot een minimum beperkt. Alle straten waarvoor geen andere namen zijn vastgesteld, hebben dezelfde naam als de wijk of de buurt. In deze straatnamen komen geen cijfers voor. De huisnummers die hieraan gekoppeld zijn bestaan uit vier of in uitzonderlijke gevallen vijf cijfers. Bij het adres Malvert 3316 is de straatnaam Malvert en het huisnummer 3316. Aan de openbare ruimte van het type weg met de naam Zwanenveld zijn 2378 adressen gekoppeld (huisnummers 1219 t/m 90126).

In Lelystad eindigt een aantal straatnamen wel op een getal van twee cijfers. Dit levert een aantal straatnamen op waarbij alleen de laatste twee cijfers verschillen. De combinatie met lage huisnummers is tamelijk verwarrend. In de wijk Kempenaar vindt men het adres Kempenaar 06 6. De straatnaam is Kempenaar 06 en het huisnummer 6.

Een soortgelijk systeem treft men aan in 's-Hertogenbosch, maar dan begint de straatnaam met een voluit geschreven nummer. In de wijk Rompert vindt men de straatnamen Eerste Rompert en Achtste Rompert.

De Hoofddorpse wijk Graan voor Visch kent grootschalige huisnummers, zonder streepje. Aan de openbare ruimte van het type weg met de naam Graan voor Visch zijn 1632 huisnummers gekoppeld (huisnummers 13711 t/m 19924). De gedachte hierachter stamt uit de jaren 70 van de 20e eeuw, toen werd besloten dat nieuw te bouwen wijken alleen nog voorzien zouden worden van een wijknaam en huisnummers. Graan voor Visch, als eerste nieuwbouwwijk in de stad, kreeg nummers die alle met 1 begonnen. Bij later gebouwde wijken is de systematiek niet voortgezet, en in de wijk Graan voor Visch zijn decennialang stemmen opgegaan om alsnog tot gewone straatnaamgeving over te gaan. Nog steeds bestaan er in bepaalde computersoftware invulformulieren waarbij voor het huisnummer slechts vier posities zijn gereserveerd.

Straatnaam veranderen

Het veranderen van een straatnaam kost een gemeente veel geld. Niet alleen moet de Gemeentelijke Basisadministratie worden aangepast, ook veranderingen in kadastrale en andere bestanden zijn nodig. Ten slotte doet zich de vraag voor of bewoners de gemeente zelfs niet kunnen aanspreken voor de kosten die de vervanging van huisnummerborden en briefpapier met zich meebrengt.

Het komt weleens voor dat er fouten worden gemaakt bij de toekenning van straatnamen en vanwege de kosten wordt dan toch besloten de fout te handhaven.

In Rotterdam heeft men besloten de spelfout in Melanchtonweg (het moest Melanchthonweg zijn) niet officieel te verbeteren.

Op elkaar lijkende straatnamen kunnen in de praktijk weleens voor vergissingen zorgen.

  • In Hengelo is er een Parijsstraat (in de stedenbuurt) en een Patrijsstraat (in de vogelbuurt), wat garant staat voor vergissingen. Toch kiest men er niet voor een van deze namen te veranderen.
  • In Almere is een plein met de naam Markt en een plein met de naam Grote Markt, die beiden ook nog eens in een ander stadsdeel liggen.
  • Vaak komt het voor dat er straten zijn die in het achtervoegsel verschillen. In de Regentesselaan bevindt zich een plein dat Regentesseplein heet. Plein en laan hebben onafhankelijke huisnummers. Nog verwarrender is dat de -laan niet bij het -plein eindigt: aan de andere kant van het -plein gaat de -laan weer verder.
  • In de gemeente Apeldoorn bevinden zich de straten Hooiland, Gooiland en Goorland. Dit gaf in 2007 verwarring bij de brandweer.[3]

Bij kleine veranderingen worden niet altijd de oude bordjes weggehaald. Zo is er in Hilversum de Bosdrift maar op diverse plaatsen langs de weg hangen nog steeds straatnaambordjes met de oude spelling Boschdrift. Ditzelfde geldt voor de Zeedijk in Hilversum: er hangen nog steeds straatnaambordjes met de oude spelling Zeedyk.

Straatnamen internationaal

Tweetalige straatnamen

Haags straatnaambord met traditioneel Chinees eronder
Straatnaam in het Engels en Frans, op Guernsey
Straatnaamborden in het Frans-Vlaamse dorp Oxelaëre (département du Nord, Frankrijk), met rechts een tweetalig bord Vlaams-Frans
Tweetalig straatnaambord in Perpignan

Soms worden straatnamen in twee talen op straatnaamborden vermeld. Bijvoorbeeld in de Nieuwmarktbuurt in Amsterdam en in de Chinese wijk van Den Haag zijn een aantal straatnaambordjes niet alleen van hun gebruikelijke straatnaam voorzien, maar tevens van Chinese lettertekens. Dit vanwege de vele Chinezen in deze buurt.

In regio's met minderheidstalen zijn de straten vaak in twee talen aangeduid zoals in Catalonië en Perpignan in het Spaans resp. Frans en Catalaans; in Bretagne in het Bretons en Frans. In Friesland zijn veel straatnamen in zowel het Fries als het Nederlands aangegeven.

Het tweetalige Brussel heeft straatnamen in het Frans en in het Nederlands aangegeven waarbij meestal de naam in het midden staat. Op het straatnaambordje staat dan bijvoorbeeld Rue de DINANTstraat en dat moet worden gelezen als Rue de Dinant of als Dinantstraat. In het Frans schrijft men immers rue vóór de naam en in het Nederlands straat erachter. Zo vermijdt men bovendien de discussie welke naam het eerst is vermeld. De situatie is natuurlijk minder duidelijk als de straatnaam werkelijk vertaald is, zoals bij Boulevard de L'EMPEREUR - KEIZERSlaan.

In het Nederlands-Limburgse Kerkrade bevindt zich een straat die tevens de grens met de Duitse plaats Herzogenrath vormt. Hierdoor heeft deze straat ook een dubbele naam: Nieuwstraat/Neustraße.[4] Eenzelfde verschijnsel is de Heelweg/Hellweg die de grens vormt tussen het Nederlandse Dinxperlo en het Duitse Suderwick.

Straatnamen noch huisnummers

In Midden-Amerikaanse landen, zoals Nicaragua[5], is het fenomeen straatnaam nauwelijks bekend of in gebruik. Straten hebben namen noch nummers, maar worden aangeduid met lokaal bekende herkenningspunten zoals een school, kerk, of bioscoop. Huisnummering ontbreekt ook; dus de plaatsaanduiding wordt aangevuld met hoeveel meter ten noorden of enige andere windstreek, van het herkenningspunt het pand gelegen is. Deze vorm van adressering, die eigenlijk meer een routebeschrijving is, vult vaak de gehele voorzijde van een envelop, zodat de postbode noodzakelijkerwijs veel moet lezen. Deze adressering leidt in het algemeen tot een hoop gezoek en gegis, zeker voor vreemdelingen die de algemeen bekende herkenningspunten niet kennen. Bovendien komt het voor dat de herkenningspunten zijn afgebroken of van functie veranderd.

Twee voorbeelden uit Managua:

  • de Nederlandse ambassade is weliswaar gevestigd aan een straat met een naam - de Calle Erasmus de Rotterdam - maar het adres is Carretera a Masaya km 5, del Colegio Teresiano 1c sur, 1c abajo. Dat is: "5 kilometer over de weg naar Masaya, bij het Colegio Teresiano 1 blok naar het zuiden en dan 1 blok naar beneden".
  • het Belgische consulaat is gevestigd aan een straat met naam die ook gebruikt wordt; maar een huisnummer heeft het niet: Calle 27 de Mayo, frente a gasolinera Esso: tegenover de Esso-pomp op Calle 27 de Mayo.

Straatnummers per blok

Hoek van Fifth Avenue en East 57th Street in New York

In veel Noord- en Zuid-Amerikaanse steden, zoals New York, Denver, San Francisco en Bogota zijn veel van de straten genummerd. In dit systeem is het in sommige opzichten makkelijker om een straat te vinden.

Straatnaam J7 in Mannheim

In het in een schaakbordpatroon gebouwde centrum van Mannheim in Duitsland zijn de straten sinds 1811 benoemd door middel van een letter en een cijfer (A3, B5 enzovoort) in plaats van een straatnaam.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.