René Girard (menswetenschapper)

René Noël Girard (Avignon, 25 december 1923Stanford, 4 november 2015) was een Frans-Amerikaans antropoloog, filosoof, historicus, vergelijkend literatuurwetenschapper en emeritus-hoogleraar aan Stanford University (Stanford, Californië) en Duke University (Durham, North Carolina). Hij wordt als een van de grootste vernieuwers in de hedendaagse menswetenschappen beschouwd.[1][2][3]

René Girard
Girard tijdens een colloquium over End of war and terrorism in Parijs in 2007
Persoonlijke gegevens
Volledige naamRené Noël Girard
Geboortedatum25 december 1923
GeboorteplaatsAvignon
Datum van overlijden4 november 2015
Plaats van overlijdenStanford
NationaliteitFrans
Wetenschappelijk werk
VakgebiedMenswetenschappen
Alma materIndiana University
École nationale des chartes
InstitutenDuke University
Bryn Mawr College
Johns Hopkins University
University at Buffalo
Stanford University
Belangrijke prijzenAcadémie française (Zetel 37)
Ridder in de Orde van het Legioen van Eer
Commandeur in de Orde van Kunsten en Letteren
Overig
Religiekatholiek
Portaal    Antropologie

Levensloop

Girard studeerde paleografie en middeleeuwse geschiedenis aan de École Nationale des Chartes te Parijs, nadat hij eerder zijn Europees baccalaureaat in de filosofie gehaald had. Girard is van Franse afkomst, maar vertrok in 1947 naar de Verenigde Staten, waar hij aanvankelijk een grotere erkenning kreeg en in de jaren 1960 professor werd aan verscheidene belangrijke universiteiten. Sinds 1995 is hij emeritus-professor aan de Universiteit van Stanford.

René Girard overleed in 2015 op 91-jarige leeftijd.[4]

Mimesis en interdividuele psychologie

Het basisbegrip van de theorie van Girard is de mimesis of het mimetisme. Beide begrippen betekenen bij hem nabootsing in menselijk gedrag en verlangen. Het menselijk verlangen is, volgens Girard, complexer dan de eenvoudige rechte lijn die subject en object verbindt. Het verlangen is niet louter subjectief, noch louter objectief, er speelt steeds een derde dimensie mee: het model van het verlangen. In tegenstelling tot instincten zijn menselijke verlangens bemiddeld door een model dat onbewust nagebootst wordt.

Zo ontstaat wat Girard de mimetische driehoek noemt. Hij heeft de mimetische hypothese over het menselijk gedrag voor het eerst in 1961 naar voren gebracht in zijn essay De romantische leugen en de romaneske waarheid. Daarin onderzoekt hij een aantal van de grootste literaire werken van de laatste eeuwen die hij romanesk noemt in tegenstelling tot de romantische teksten. In de romaneske literatuur wordt het verlangen aan een model verbonden. Dat is al het geval bij het eerste grote meesterwerk van de moderne tijden: Don Quichot. Zijn hele bestaan is een imitatie van de legendarische ridder Amadis de Gaula. Zoals Girard aangeeft, is het een karikatuur van de imitatie van Christus door een gelovige.

Girard heeft het mimetische verlangen voor het eerst ontdekt door twee literaire teksten met elkaar in verband te brengen, namelijk De eeuwige echtgenoot van Dostojewski en De misplaatste nieuwsgierige, een novelle uit Don Quichot van Cervantes. In beide werken staat een driehoeksrelatie centraal die op een identieke manier evolueert. De ene held van het verhaal probeert zijn verlangen naar zijn vrouw of aanstaande op te drijven, door een andere man te overtuigen die vrouw ook te begeren. De structurele overeenkomst tussen de teksten trof Girard.

Interdividuele psychologie

Interdividueel is een neologisme van Girard.[5] Girard onderscheidt externe en interne bemiddeling of mediatie. Wanneer de afstand tussen model en subject voldoende groot is, is het onmogelijk dat ze elkaars rivalen worden. Don Quichot verlangt de daden te stellen die Amadis ook deed, maar hij kan geen concurrent worden van zijn model. In dat geval spreekt Girard over externe bemiddeling. Wanneer de afstand zo klein wordt dat model en subject elkaar het object kunnen betwisten, spreekt Girard over interne bemiddeling. Afstand moet hier niet verstaan worden als fysieke of ruimtelijke afstand, al kan dat ook een rol spelen. Het gaat over de geestelijke afstand waardoor iemand niet het object wil verlangen dat een potentieel model heeft. Een soldaat kan naast zijn generaal de wacht houden, maar hij zal niet het voedsel of de vrouw van zijn generaal verlangen en betwisten. Het mimetisme van de soldaat zal normaal extern zijn. Dat wil zeggen dat hij enkel de bevelen en de strijdlust van zijn generaal zal opvolgen of imiteren.

Wanneer de afstand klein is kan het oorspronkelijke model op zijn beurt het verlangen dat hij aan het subject gesuggereerd heeft imiteren. Daardoor wordt het verlangen van dat oorspronkelijke model sterker. Het verlangen van het oorspronkelijke subject wordt door de imitatie van het heviger verlangende model eveneens sterker. En zo ontstaat er een escalatie van verlangen naar het object. De termen model en subject zijn dan eigenlijk niet meer van toepassing. Beide antagonisten zijn gefascineerd door elkaar in hun verlangen naar het object dat ontaard is in een rivaliteit. Door de steeds toenemende imitatie van elkaar, worden ze steeds meer aan elkaar gelijk.

Het moderne verlangende subject schrijft aan zijn model een metafysisch prestige toe. Dat metafysische prestige straalt af op het object. Wanneer een van de rivalen in de strijd het object definitief verwerft, is ontgoocheling van die persoon waarschijnlijk omdat de kloof tussen de gebruikswaarde van het object en het prestige dat het in de strijd verworven had zo groot is.

Tevens argumenteert Girard dat het object minder belangrijk wordt naarmate de strijd tussen de rivalen escaleert, omdat het verlangen - dat het instinct overtroeft en in een bepaalde richting kan sturen - door het verlangen van de ander aangevuurd wordt, niet door het object! In een moderne context wordt die strijd vaak niet met wapens gevoerd. Iedere rivaal meet zijn winst of verlies af aan kleine tekens die hem nu eens het gevoel geven dat hij een winnaar is met een fenomenaal metafysisch prestige en dan weer het idee geven dat hij een mislukkeling is. Het gaat hier dan om een manisch-depressieve ziekte. De rivalen hebben daarbij de illusie dat een essentieel verschil hen scheidt, terwijl ze eigenlijk volkomen aan elkaar gelijk zijn door de op de spits gedreven imitatie. Ze zijn wat Girard 'de dubbels' noemt.

Het zondebokmechanisme

In La violence et le sacré (1972) heeft Girard voor het eerst zijn mimetische theorie toegepast op het ontstaan van de menselijke cultuur. Hij stelt dat de toename van de hersenmassa bij de mensachtigen betekende dat ze steeds beter werden in nabootsing. Dat impliceerde een toename van het leervermogen, maar eveneens een toename van de rivaliteit. Uiteindelijk waren de dierlijke instinctieve dominantiepatronen niet meer in staat om zich te handhaven onder druk van het mimetische geweld. Er ontstonden zogenaamde mimetische crises waarbij alle leden van een groep zich tegen elkaar richtten in collectief geweld.

Door het mimetische karakter van dat geweld evolueerde de vijandigheid van allen tegen allen zich naar een toestand waarbij de hele groep zich verenigde tegen een enkel slachtoffer, de zondebok. Die zondebok werd door het mimetisme de enige vijand en dus gedood. Als bij wonder was de groep bevrijd van zijn geweld wat als een ontzettende opluchting ervaren werd. Aan die zondebok werd door de groep dan niet alleen de oorsprong van het vreselijke geweld toegeschreven, maar ook de bevrijding ervan. Dat verklaart de vergoddelijking van de zondebok.

Door het zondebokmechanisme ontstonden de eerste menselijke culturen en de vele "heidense" godheden. Om zich tegen de terugkeer van het vreselijke collectieve geweld te behoeden, hanteerden de mensachtigen twee middelen. In de eerste plaats werden allerlei gedragingen die hen herinnerden aan het ontstaan van het geweld verboden. Dat zijn de taboes. Het incestverbod is daar een van. Ten tweede werd het zondebokmechanisme herhaald, en dus geïmiteerd, door de groep om nieuwe crises te voorkomen of te genezen. Dat is de instelling van het offer dat, wellicht begonnen met het mensenoffer, ook vaak evolueerde naar een offerdier en van daaruit naar een bloemenoffer.

Het unieke van de Bijbel

In Des choses cachées depuis la fondation du monde (1978) spreekt Girard voor het eerst over het unieke karakter van de Bijbel. Daar waar de meeste culturen de zondebok steeds als schuldig beschouwen en er stereotype beschuldigingen zijn zoals incest en vadermoord ten overstaan van de zondebok, is er in het Oude Testament een tendens merkbaar om het onschuldige slachtoffer te rehabiliteren. Die evolutie mondt uit in de evangelies waar Christus door een mimetisch opgefokte massa gedood wordt, maar er staat geschreven: "Zij hebben mij zonder reden gehaat". Christus is het onschuldige lam.

Opdat het zondebokmechanisme en de oude offerpraktijken zouden kunnen blijven werken in een cultuur is het noodzakelijk dat de hele groep oprecht gelooft in de schuld van de zondebok. Een zondebok hebben is niet weten dat je hem hebt. Het evangelie toont echter duidelijk de onschuld aan van het slachtoffer en de illusie van de mimetische massa: "Vader, vergeef hen want ze weten niet wat ze doen." De teksten van de evangelies oefenen een ondermijnende werking uit ten overstaan van de heidense sacrale structuren die op de taboes en offercultus gebouwd zijn. Zij zijn volgens Girard verantwoordelijk voor de langzame desacralisatie van het oorspronkelijk heidense Europa. Hij beklemtoont dan ook het uitzonderlijke karakter van de Bijbel ten overstaan van andere religies. Ten gevolge van zijn vergelijkend religieus onderzoek bekeerde Girard zich tot het katholicisme.

Receptie

René Girard werd reeds met verschillende invloedrijke denkers vergeleken. De Franse intellectueel Jean-Marie Domenach noemde René Girard in 1981 "de Hegel van het Christendom".[6] Pierre Chaunu noemde Girard in 2000 "de Einstein van de menswetenschappen".[7] Michel Serres noemde hem in 2005, bij diens opname in de Académie Française, "de Darwin van de menswetenschappen".[8] Deze laatste vergelijking inspireerde Pierre-André Boutang tot de titel van zijn documentaire Le nouveau Darwin des sciences humaines, waarin hijzelf en Benoît Chantre spreken met René Girard.[9] Niettemin is er ook scherpe kritiek op Girards werk. Volgens René Pommier verdraait René Girard soms de teksten die zijn hypothesen zouden moeten ondersteunen.[10][11][12]

De interdisciplinaire belangstelling voor de hypothesen van René Girard is sterk toegenomen. Opmerkelijk is dat heel recente en revolutionaire ontdekkingen in de experimentele psychologie en de neurowetenschappen de basisintuïties van het denken van Girard lijken te bevestigen. De Amerikaanse experimentele psycholoog Scott Garrels omschreef het als volgt:

The parallels between Girard's insights and the only recent conclusions made by empirical researchers concerning imitation (in both development and the evolution of species) are extraordinary. What makes Girard's insights so remarkable is that he not only discovered and developed the primordial role of psychological mimesis during a time when imitation was quite out of fashion, but he did so through investigation in literature, cultural anthropology, history,… (Garrels, 2004, p. 29)[13]

In 2005 werd Girard verkozen als lid van de Académie Française, de hoogste eer voor Franse intellectuelen.

Bibliografie

JaarOriginele titelUitgeverNederlandse vertalingUitgever
1961Mensonge romantique et vérité romanesqueGrasset, ParijsDe romantische leugen en de romaneske waarheid (1986)Kok Agora, Kampen
1962Proust. A collection of critical essaysPrentice Hall, Englewood Cliffs
1963Dostoïevski, du double à l'unitéPlon, ParijsDubbels en demonen. Over het ondergrondse verlangen (1995)Lannoo, Tielt
1972La violence et le sacréGrasset, ParijsGod en geweld. Over de oorsprong van mens en cultuur (1994)Lannoo, Tielt
1976Critique dans un souterrainL'Age d'Homme, Lausanne
1978To double business bound. Essays on literature, mimesis and anthropologyJohns Hopkins UP, Baltimore
1978Des choses cachées depuis la fondation du mondeGrasset, ParijsWat vanaf het begin der tijden verborgen was... (1990)Kok Agora, Kampen / DNB/Pelckmans, Kapellen
1982Le bouc émissaireGrasset, ParijsDe zondebok (1986)Kok Agora, Kampen / DNB/Pelckmans, Kapellen
1985La route antique des hommes perversGrasset, ParijsDe aloude weg der boosdoeners (1987)Kok Agora, Kampen / DNB/Pelckmans, Kapellen
1990Shakespeare: les feux de l'envieGrasset, ParijsShakespeare. Het schouwspel van de afgunst (1995)Lannoo, Tielt
1994Quand ces choses commenceront ... Entretiens avec Michel TreguerArléa, Parijs
1999Je vois Satan tomber comme l'éclairGrasset, ParijsIk zie Satan vallen als een bliksem (2000)Agora, Kampen / Pelckmans, Kapellen
2001Celui par qui le scandale arriveDesclée de Brouwer, Parijs
2002La voix méconnue du réelGrasset, Parijs
2003Le sacrificeBibliothèque nationale de France, Parijs
2004Les origines de la culture. Entretiens avec Pierpaolo Antonello et João Cezar de Castro RochaDesclée de Brouwer, ParijsEngelse vertaling: Evolution and Conversion: Dialogues on the Origins of Culture (2008)Continuum, Londen
2006Verità o fede debole. Dialogo su cristianesimo e relativismoTranseuropa Edizioni, MassaWaarheid of zwak geloof? Dialoog over christendom en relativisme (2008)Pelckmans, Kampen
2007Dieu, une invention? Met André Gounelle en Alain HouziauxEditions de l'Atelier
2007Le tragique et la pitié. Discours de réception de René Girard à l'Académie française et réponse de Michel SerresEditions le Pommier
2007Achever Clausewitz. Entretiens avec Benoît ChantreCarnets Nord, Parijs
2007De la violence à la divinitéGrasset, Parijs
2008Anorexie et désir mimétiqueL'Herne, Parijs
2008La conversion de l'art (boek met dvd Le sens de l'histoire)Carnets Nord, Parijs

Nederlandse boeken over het werk van Girard

JaarSchrijverTitelUitgever
1985Louis van BladelChristelijk geloof en maatschappijkritiek. Evangelie, Marx, Marcuse, Baudrillard, GirardDe Nederlandsche Boekhandel, Kapellen
1986Roel Kaptein en Pieter TijmesDe ander als model en obstakel. Een inleiding in het werk van René GirardKok Agora, Kampen
1987André LascarisUitzicht voor een oude wereld. West-Europa op een keerpuntKok Agora, Kampen
1987André LascarisAdvocaat van de zondebok. Het werk van René Girard en het evangelie van JezusGooi en Sticht, Hilversum
1988Wouter van Beek (red.)Mimese en geweld. Beschouwingen over het werk van René GirardKok Agora, Kampen
1988Hans AchterhuisHet rijk van de schaarste. Van Thomas Hobbes tot Michel FoucaultAmbo, Baarn
1990Cees van VeelenVan verre vrienden en een goede God? Een studie naar de uitleg van het bijbelboek JobEersel
1992André Lascaris en Hans Weigand (red.)Nabootsing. In discussie over René GirardKok Agora, Kampen
1993André LascarisHet soevereine slachtoffer. Een theologisch essay over geweld en onderdrukkingTen Have, Baarn
1994James AlisonKennis van JezusTen Have, Baarn
1994Jan PopulierGod heeft echt bestaan. Met René Girard naar een nieuw mens- en wereldbeeldLannoo & Mimesis, Tielt
1996Paul Pelckmans en Guido Vanheeswijck (red.)René Girard. Het labyrint van het verlangen. Zes opstellenPelckmans, Kapellen / Kok Agora, Kampen
1997Roel KapteinOp zoek naar Zijn. Een antropologieCorrymeela Press, Belfast
2001Hans Weigand (red.)Na-apers en zondebokken. Over waarheid en leugen in de romanBoekencentrum, Zoetermeer
2001Stijn Latré en Guido VanheeswijckDionysus of de gekruisigde. Friedrich Nietzsche versus René Girard over de kern van het christendomPelckmans, Kapellen
2002Guido VanheeswijckVoorbij het onbehagen. Ressentiment en christendomDavidsfonds, Leuven
2004Jean-Pierre WilsSacraal geweldVan Gorcum, Assen
2007Stijn DemaréGoden, helden en de massa. Hedendaagse tragedieGarant, Antwerpen / Apeldoorn
2008Hans AchterhuisMet alle geweld. Een filosofische zoektochtLemniscaat, Rotterdam
2009Erik BuysVrouwen, Jezus en rock- ’n- rollAverbode
2011Michael Elias en André Lascaris (red.)Rond de crisis. Reflecties vanuit de Girard StudiekringParthenon, Almere
2012Kevin Van EeckelenWaanzin en werk van Friedrich Nietzsche. De Verklaring van Nietzsches denken vanuit de door René Girard geëxpliciteerde wetten van het mimetisme, gekaderd in een bredere analyse van de moderne anti-cultuurUniversiteit Gent
2014Hans Achterhuis & Nico KoningDe kunst van het vreedzaam vechtenLemniscaat, Rotterdam

Nederlandse artikelen over het werk van Girard

SchrijverArtikelUitgave
André Lascaris'De medemens als model en obstakel. De hypothese van René Girard en haar betekenis voor de theologie'Tijdschrift voor Theologie jrg 24, nr. 2 apr.-mei-juni 1984
A. Zijlstra en R. van Woudenberg'Mimese en geweld: over de cultuurkritiek van René Girard'Radix augustus 1987.
Ger Groot'Zelfs liefde is tweedehands. Filosoof René Girard over Shakespeare en de kracht van de mimese'NRC Handelsblad, 24 november 1995
Geert van Coillie'Paradigma en paradox. René Girard en de mimetische hypothese in de antropologie'Ethische perspectieven 5, 1995
Ger Groot'Mensen zijn tweedehands. Gesprek met René Girard'Ger Groot, Twee zielen, SUN, Nijmegen (1998)
Geert Delbeke (red.)'Ontmoeting met René Girard'De Vloer, 2000
Filosofie jrg. 11, nr. 2 april/mei 2001 (themanummer over René Girard)
Guido Vanheeswijck'Elke mens heeft een God of een afgod. De visie van René Girard op religie en christendom'P. Jonkers (red.), God in Frankrijk. Zes hedendaagse Franse filosofen over God, Damon, Budel (2003)
Hans Weigand'Denkers over christelijk geloof. René Girard'Beweging voorjaar 2004
Simon De Keukelaere'Leergedrag, empathie en geweld: zelfde oorsprong?'Blind! 7, 3 februari 2006
Valeer Neckebrouck'Een wetenschappelijke basis voor de uniciteit en universaliteit van het christendom? - De godsdienstantropologie van René Girard'Communio, jrg 34, nr. 1, jan-feb 2009
Erwin Jans'René Girard en de kritiek van de apocalyptische rede'nY nr. 1, mei 2009
Frank Mulder'Menschen zijn geen Brüder'De Groene Amsterdammer, 26 januari 2012

Engelse boeken over het werk van Girard

JaarSchrijverTitelUitgever
1988Robert Hamerton-Kelly (ed.)Violent origins. Walter Burkert, René Girard and Jonathan Z. Smith on ritual killing and cultural formationStanford UP, Stanford
1993Roel KapteinOn the way of freedomColomba Press, Dublin
1996James G. Williams (ed.)The Girard ReaderCrossroad, Nieuw York
2004Mark R. Anspach (ed.)Oedipus unbound. Selected writings on rivalry and desireStanford UP, Stanford
2004Chris FlemingRené Girard. Violence and mimesisPolity, Cambridge
2004Michael KirwanDiscovering GirardDarton, Longman & Todd, Londen
2008Robert Doran (ed.)Mimesis and theory. Essays on literature and criticism, 1953-2005Stanford UP, Stanford

Prijzen en onderscheidingen

Organisaties en studiekringen rond het werk van René Girard

  • Colloquium on Violence & Religion (COV&R), opgericht in 1991; organiseert jaarlijks een conferentie.
  • Association Recherches Mimétiques, opgericht begin 2006.[18]
  • Studiekring René Girard (Blaise Pascal Instituut, Vrije Universiteit Amsterdam) (eerste bijeenkomsten eind 1981).
  • Imitatio, opgericht in 2008 met als doel de erkenning van René Girards werk te vergroten en om onderzoek in de humane wetenschappen, de gedragswetenschappen en de biologie te promoten.
  • Imitation, Mimetic Theory, and Religious & Cultural Evolution - A Templeton Advanced Research Project, een project van twee jaar dat enkele onderzoekers samenbrengt rond de implicaties van René Girards mimesistheorie.
  • The Raven Foundation, heeft als doel "to promote healing, hope, reconciliation and peace by offering insight into the dynamics of conflict and violence".
Zie de categorie René Girard van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.