Poolse złoty
De złoty (PLN, Pools: złoty
Złoty
| ||||
Land | ||||
Verdeling | 100 grosz | |||
ISO 4217-code | PLN | |||
Afkorting of valutateken | zł. | |||
Wisselkoers | 1 EUR = 4,38 zł (1 sept. 2019) | |||
Actuele wisselkoers | (en) XE.com | |||
|
Het Poolse woord złoty betekent letterlijk "gouden". Historisch gezien heeft de złoty verwantschap met de gulden: beide munten hebben hun naam te danken aan de gouden florijn (fiorino d'oro) die de stad Florence in 1252 in omloop bracht. Deze munt woog 3,54 gram, hetzelfde gewicht als de dukaat van Venetië. Deze munten werden door handelaars in heel Europa gebruikt en nagemaakt. In Nederland werd de gulden florijn de gulden, in Polen de złoty en in Hongarije de forint. In Polen werd in de 18e en 19e eeuw naast de złoty polski de uit het Duitse Rijk afkomstige "Rijnlandse gulden" (złoty renski) veel gebruikt.
De nieuw herrezen Poolse staat van 1918 voerde aanvankelijk als munteenheid de Poolse mark in, maar deze was al spoedig door hyperinflatie niet meer waard dan het papier waarop hij werd gedrukt. Na een munthervorming werd in 1923 een nieuwe munteenheid ingevoerd, de "złoty", waarvan de naam refereerde aan de "Rijnlandse gulden".
Een nieuwe munthervorming volgde in 1995. Aan deze hervorming is de N (= nieuw) in de officiële afkorting PLN te danken. Na een periode van hyperinflatie in de jaren tachtig en vooral begin jaren negentig, was een złoty niet veel meer waard. In 1994 had 1 miljoen złoty de waarde van ongeveer €40. Bankbiljetten van 100 złoty (toen 0,4 eurocent) waren de kleinste betaaleenheden.
De nieuwe złoty van 1995 verloor vier nullen. 10.000 oude złoty's (PLZ) waren vanaf toen gelijk aan 1 nieuwe złoty (PLN).
Bankbiljetten
Waarde (S/.) | Afmetingen | Kleur | Portret |
---|---|---|---|
10 złoty | 120 × 60 mm | bruin | Hertog Mieszko I |
20 złoty | 126 × 63 mm | rood | Koning Bolesław I |
50 złoty | 132 × 66 mm | blauw | Koning Casimir III |
100 złoty | 138 × 69 mm | groen | Koning Wladislaus II Jagiello |
200 złoty | 144 × 72 mm | oranje | Koning Sigismund I |
500 złoty | 150 × 75 mm | grijs | Koning Jan III Sobieski |
Toekomst van de złoty
De toetreding van Polen tot Europese Unie (2004) betekende geen directe toelating tot de Economische en Monetaire Unie. Eerdere voorspellingen van een toetreding tot de euro in 2011 zijn niet haalbaar gebleken, en Polen lijkt op korte termijn geen plannen tot toetreding te hebben.[1]
Externe link
- (en) (pl) Poolse nationale bank. Zie voor de beschrijving van (speciale) bankbiljetten en munten, het kopje "banknotes and coins"
Bronnen, noten en/of referenties
|
Eurozone: | euro |
Scandinavië: | Deense kroon · Faeröerse kroon · IJslandse kroon · Noorse kroon · Zweedse kroon |
Brits pond en gerelateerd: | Brits pond · Gibraltarees pond · Guernseypond · Jerseypond · Isle of Man-pond |
Centraal-Europa: | Hongaarse forint · Poolse złoty · Tsjechische kroon · Zwitserse frank |
Oost-Europa: | Kazachse tenge · Oekraïense grivna · Russische roebel (Rusland, Abchazië en Zuid-Ossetië (niet erkend)) · Transnistrische roebel (niet erkend) · Wit-Russische roebel |
Zuidoost-Europa: | Albanese lek · Bosnische inwisselbare mark · Bulgaarse lev · Kroatische kuna · Moldavische leu · Noord-Macedonische denar · Roemeense leu · Servische dinar · Turkse lira (Turkije en Noord-Cyprus (niet erkend)) |
Kaukasus: | Armeense dram (Armenië en Artsach (niet erkend)) · Azerbeidzjaanse manat · Georgische lari |
Zie de categorie Money of Poland van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |