Oeverzwaluw

De oeverzwaluw[2] (Riparia riparia) is een zangvogel uit de familie van de zwaluwen (Hirundinidae). Hij behoort tot de meest wijdverspreide zwaluwsoorten en is te vinden in waterrijke gebieden, waar hij zich voedt met kleine insecten en broedt in zelfgegraven tunnels in rivieroevers.

Oeverzwaluw
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2016)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Passeriformes (Zangvogels)
Familie:Hirundinidae (Zwaluwen)
Geslacht:Riparia (Oeverzwaluwen)
Soort
Riparia riparia
(Linnaeus, 1758)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons
Oeverzwaluw op Wikispecies
Portaal    Biologie
Vogels

Veldkenmerken

Een oeverzwaluw in de vlucht

Een volwassen oeverzwaluw heeft een gemiddelde lichaamslengte van twaalf centimeter en is daarmee relatief klein in vergelijking tot de meeste zwaluwen. De korte, lichtgevorkte staart en de bovenzijde is dof grijsbruin en de onder- of buikzijde is vrijwel wit. De oeverzwaluw heeft een bruine borstband, een relatief kleine zwarte snavel en donkerbruine poten. Een juveniel van een oeverzwaluw is te herkennen aan de rossige vlekken op de staartveren.

De vlucht van de oeverzwaluw is snel en schokkerig, waarmee hij zich onderscheidt van andere gelijksoortige zwaluwen, zoals de meeste andere zwaluwen van het geslacht Riparia, de huiszwaluw (Delichon urbicum) en de Amerikaanse klifzwaluw (Petrochelidon pyrrhonota). De oeverzwaluw lijkt verder sterk op de witbrauwzwaluw (R. cincta), maar hun verspreidingsgebieden overlappen elkaar alleen 's winters in Sub-Saharisch Afrika.

De oeverzwaluw laat een kwetterend en zoemend lied horen dat tijdens de vlucht continu doorgaat. Wanneer de oeverzwaluw is neergestreken daalt het volume en zijn er meer pauzes in de zang. Wanneer een roofvogel of een andere natuurlijke vijand nadert laat de oeverzwaluw luide alarmkreten horen.

Gedrag en leefwijze

Oeverzwaluwen roesten regelmatig met boerenzwaluwen.

De oeverzwaluw is een sociale vogel en brengt een groot deel van zijn leven door in het gezelschap van andere zwaluwsoorten. Hij broedt bijvoorbeeld vaak samen met de Amerikaanse klifzwaluw en deelt hij zijn roestplaats met de boerenzwaluw (Hirundo rustica).[3]

De oeverzwaluw heeft zich gespecialiseerd in het jagen op kleine insecten, zoals knutten, bladluizen en kleine kevers. Hiermee onderscheidt hij zich tot de meeste andere zwaluwsoorten die op grotere insecten jagen en bestaat er weinig onderlinge voedselconcurrentie.[n 1] De oeverzwaluw jaagt vaak laag boven het water op insecten die afhankelijk van water zijn voor hun voortplanting.

Voortplanting

De oeverzwaluw broedt in kolonies in tunnels van tien centimeter tot ruim een meter, die hij uitgraaft in zand of grind in steile oevers, afgravingen en gronddepots. Over het algemeen wordt elk jaar een nieuw nest uitgegraven, maar het komt voor dat een oeverzwaluw een oud nest verder uitgraaft voordat hij deze gebruikt voor een nieuw broedjaar.[4] Het aantal nesten in een broedkolonie varieert van een tiental tot enkele honderden. Bij een grote kolonie bevinden de holtes dicht op elkaar om ruimte te besparen. Het nest wordt met stro en veren in een ruimte aan het eind van de gegraven tunnel gebouwd.

Van midden tot eind mei legt de oeverzwaluw vier tot zes dofwitte eieren, die grotendeels door het vrouwtje worden uitgebroed. Zij heeft hiervoor een speciale broedplek aan de onderzijde van haar lichaam. Deze plek is niet met veren bedekt, zodat er vrijwel geen lichaamswarmte verloren gaat. Met uitzondering van de meest noordelijke gebieden heeft de oeverzwaluw gewoonlijk twee broedsels per jaar.

Taxonomie

De oeverzwaluw dankt zowel zijn Nederlandse naam als zijn wetenschappelijke naam aan zijn gewoonte om in rivieroevers te broeden.

Toen Carolus Linnaeus de oeverzwaluw in 1758 voor het eerst beschreef merkte hij al de typische broedgewoonte van de oeverzwaluw op:

Habitat in Europae collibus arenosis abruptis, foramine serpentino
(Hij leeft in Europa, in winderige holen in hangende, zanderige heuvels)

Carolus Linnaeus, Systema naturae

Linnaeus beschreef de oeverzwaluw daarom als Hirundo riparia, riparia is namelijk Latijn voor 'van de rivieroever'. Later werden de zwaluwen in meerdere geslachten ingedeeld en werd de oeverzwaluw de voornaamste vertegenwoordiger van het nieuwe geslacht Riparia.[5]

Ondersoorten

Roestende oeverzwaluwen (R. r. riparia) in Oekraïne

De oeverzwaluw kent zes ondersoorten, elk met zijn eigen leefgebied.

Verspreiding en leefgebied

De oeverzwaluw is een kosmopoliet en heeft na de boerenzwaluw het grootste verspreidingsgebied van de zwaluwen. Het broedgebied beslaat grote delen van Noord-Amerika, Europa en Azië. Hij verschijnt rond het einde van maart in zijn broedgebied, in veel gebieden in dezelfde periode als de boerenzwaluw. Rond augustus neemt het aantal oeverzwaluwen in het broedgebied af en aan het eind van september vertrekken de laatste vogels naar de overwinteringsgebieden in Zuid-Amerika, Afrika en de Zuidoost-Aziatische eilanden.[1]

De oeverzwaluw heeft het hele jaar door een voorkeur voor een gebied vlakbij grote waterpartijen, zoals rivieren, meren en soms zelfs de oceaan. In gebergten komt hij derhalve vrijwel niet voor.

Status

Mede dankzij zijn grote verspreidingsgebied en de specialisatie in het jagen op kleine insecten wordt de oeverzwaluw niet in zijn voortbestaan bedreigd en is de status op de internationale Rode Lijst van de IUCN opgenomen als niet bedreigd.[1] In België staat de oeverzwaluw geklasseerd als 'achteruitgaand' op de Vlaamse rode lijst. Op de Nederlandse rode lijst is de soort niet opgenomen.[6] Volgens Sovon Vogelonderzoek Nederland steeg het aantal broedparen in Nederland in de periode van 1985 tot 2000 naar ongeveer 22.500 broedparen, maar neemt het aantal aan het begin van de 21e eeuw langzaam af.[7] Regelmatig worden er beschermende maatregelen getroffen voor het behoud van de oeverzwaluw. In Ede werd in 2004 bijvoorbeeld de opening van de nieuw aangelegde Rijksweg 30 uitgesteld totdat de oeverzwaluwen waren uitgevlogen uit een berg zwarte grond op een nabijgelegen bedrijventerrein.[8] Ook worden er kunstmatige broedplaatsen van beton aangelegd, als alternatief voor verdwenen natuurlijke oeverwanden.

Geslachten en soorten van Zwaluwen (Hirundinidae)
Alopochelidon:bruinkopzwaluw (Alopochelidon fucata)
Atticora:witbandzwaluw (Atticora fasciata) · zwartkraagzwaluw (Atticora melanoleuca)
Cecropis:ceylonzwaluw (Cecropis hyperythra) · Kaapse zwaluw (Cecropis cucullata) · moskeezwaluw (Cecropis senegalensis) · roodborstzwaluw (Cecropis semirufa) · roodbuikzwaluw (Cecropis badia) · roodstuitzwaluw (Cecropis daurica) · savannezwaluw (Cecropis abyssinica) · soendazwaluw (Cecropis striolata) · West-Afrikaanse zwaluw (Cecropis domicella)
Cheramoeca:witrugzwaluw (Cheramoeca leucosterna)
Delichon:Aziatische huiszwaluw (Delichon dasypus) · Nepalese huiszwaluw (Delichon nipalense) · huiszwaluw (Delichon urbicum)
Haplochelidon:Andeszwaluw (Haplochelidon andecola)
Hirundo:Angolese zwaluw (Hirundo angolensis) · benguelazwaluw (Hirundo nigrorufa) · blauwe zwaluw (Hirundo atrocaerulea) · boerenzwaluw (Hirundo rustica) · bontvleugelzwaluw (Hirundo leucosoma) · Ethiopische zwaluw (Hirundo aethiopica) · hutzwaluw (Hirundo domicola) · parelborstzwaluw (Hirundo dimidiata) · roodkeelzwaluw (Hirundo lucida) · roodkruinzwaluw (Hirundo smithii) · welkomzwaluw (Hirundo neoxena) · witkeelzwaluw (Hirundo albigularis) · witstaartzwaluw (Hirundo megaensis) · zuidzeezwaluw (Hirundo tahitica) · zwarte zwaluw (Hirundo nigrita)
Neochelidon:witflankzwaluw (Neochelidon tibialis)
Notiochelidon:blauwwitte zwaluw (Notiochelidon cyanoleuca) · bleekpootzwaluw (Notiochelidon flavipes) · muiszwaluw (Notiochelidon murina) · zwartkapzwaluw (Notiochelidon pileata)
Petrochelidon:feezwaluw (Petrochelidon ariel) · Indische klifzwaluw (Petrochelidon fluvicola) · Gabonzwaluw (Petrochelidon fuliginosa) · holezwaluw (Petrochelidon fulva) · Australische boomzwaluw (Petrochelidon nigricans) · Eritrese klifzwaluw (Petrochelidon perdita) · Preuss' klifzwaluw (Petrochelidon preussi) · Amerikaanse klifzwaluw (Petrochelidon pyrrhonota) · roodkeelklifzwaluw (Petrochelidon rufigula) · Peru-klifzwaluw (Petrochelidon rufocollaris) · Kaapse klifzwaluw (Petrochelidon spilodera)
Phedina:maskarenenzwaluw (Phedina borbonica) · Brazza's zwaluw (Phedina brazzae)
Progne:grijsborstpurperzwaluw (Progne chalybea) · Cubaanse purperzwaluw (Progne cryptoleuca) · Caribische purperzwaluw (Progne dominicensis) · Patagonische purperzwaluw (Progne elegans) · Galápagospurperzwaluw (Progne modesta) · Peruaanse purperzwaluw (Progne murphyi) · Sinaloapurperzwaluw (Progne sinaloae) · purperzwaluw (Progne subis) · bruinborstpurperzwaluw (Progne tapera)
Psalidoprocne:witkopkamzwaluw (Psalidoprocne albiceps) · Kameroenkamzwaluw (Psalidoprocne fuliginosa) · junglekamzwaluw (Psalidoprocne nitens) · fanteekamzwaluw (Psalidoprocne obscura) · blauwzwarte kamzwaluw (Psalidoprocne pristoptera)
Pseudhirundo:grijsstuitzwaluw (Pseudhirundo griseopyga)
Pseudochelidon:Congozwaluw (Pseudochelidon eurystomina) · Siantarazwaluw (Pseudochelidon sirintarae)
Ptyonoprogne:Indische rotszwaluw (Ptyonoprogne concolor) · Kaapse rotszwaluw (Ptyonoprogne fuligula) · vale rotszwaluw (Ptyonoprogne obsoleta) · rotszwaluw (Ptyonoprogne rupestris)
Riparia:Indische oeverzwaluw (Riparia chinensis) · witbrauwzwaluw (Riparia cincta) · Congo-oeverzwaluw (Riparia congica) · bleke oeverzwaluw (Riparia diluta) · vale oeverzwaluw (Riparia paludicola) · oeverzwaluw (Riparia riparia)
Stelgidopteryx:
Tachycineta:
Zuid-Amerikaanse ruwvleugelzwaluw (Stelgidopteryx ruficollis) · Noord-Amerikaanse ruwvleugelzwaluw (Stelgidopteryx serripennis)
mangrovezwaluw (Tachycineta albilinea) · witbuikzwaluw (Tachycineta albiventer) · boomzwaluw (Tachycineta bicolor) · Bahamazwaluw (Tachycineta cyaneoviridis) · goudzwaluw (Tachycineta euchrysea) · Chileense zwaluw (Tachycineta leucopyga) · witstuitzwaluw (Tachycineta leucorrhoa) · Stolzmanns zwaluw (Tachycineta stolzmanni) · groene zwaluw (Tachycineta thalassina)
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.