Maimonides

Maimonides, ook bekend als de Rambam,[1] (Hebreeuws: Rabbi Mosjé ben Maimon; Arabisch: Moesa ibn Maimon, موسى بن ميمون) (Córdoba (Spanje), 30 maart 1138Fustat (Caïro), 13 december 1204) was een rabbijn, rechtsgeleerde, filosoof en arts. Hij wordt beschouwd als de belangrijkste rabbijn uit het post-Talmoedisch jodendom. Zijn filosofische werk heeft tot op de dag van vandaag grote invloed, zowel op het joodse denken als daarbuiten.

Negentiende-eeuwse afbeelding van Maimonides.

Levensloop

Maimonides verhuisde enkele malen. Zijn familie verliet in 1148 wegens vervolging Córdoba en Spanje na de invasie door de Almohaden (die een vervolging begon van dhimmi's en met name van de Joden) en vestigde zich in Fez, Marokko.[2] Terwijl zijn familie daar vermomd als moslims leefde, wijdde hij zich naast de joods-religieuze studie aan de wetenschappen. Op latere leeftijd vestigde Maimonides zich in het vroeg-islamitisch Egypte, waar hij asiel kreeg van de Fatamiden en waar hij als rabbijn fungeerde. Na de dood van zijn broer David besloot hij om arts te worden, omdat hij zijn brood niet wilde verdienen door middel van de Thora. Uiteindelijk werd hij de lijfarts van Saladin (Salah ad-Din), de toenmalig heerser van Egypte. Jarenlang was hij zowel lijfarts van Saladin als opperrabbijn van Caïro.[2] Hij overleed in Fustat en is begraven in Tiberias.

Geloofsartikelen van Maimonides

Het jodendom kent een aantal geloofsbeginselen, maar er is nooit een bindende catechismus ontwikkeld. Er is dus geen formeel overeengekomen dogma of reeks van religieuze geloofspunten. Er zijn wel pogingen gedaan om tot een definitie van de joodse geloofsinhoud te komen, maar algemeen aanvaard werden die nooit. Het meeste gezag hebben de dertien geloofsartikelen van Maimonides. Die komen in het kort hierop neer:

  1. God bestaat
  2. God is één (dus geen Drie-eenheid)
  3. God is niet fysiek
  4. God is eeuwig
  5. God is enig
  6. De woorden van de Joodse profeten zijn waar
  7. Mozes is de voornaamste profeet
  8. De Thora is de primaire tekst van het jodendom
  9. Er zal nooit een nieuwe Thora komen
  10. God is alwetend
  11. God beloont degenen die de geboden naleven en straft hen die ze overtreden
  12. De Messias zal komen
  13. Ooit zullen de doden herrijzen

Werken

Zijn belangrijkste werken op het gebied van het jodendom zijn:

  • Commentaar op de Misjna (Arabisch, vertaald in het Hebreeuws door Yosef Qaafah)
  • Misjnee Tora (ook: 'Jad HaChazaka') een compendium van de joodse wet (Hebreeuws)
  • De Gids der Verdoolden (Moreh Nevuchim), een filosofisch werk over het jodendom dat zich bezighoudt met de harmonisering van verklaringen van de Thora, de wetenschap en de filosofie van Aristoteles; het werk is in Judeo-Arabisch geschreven en is voor het eerst in het Hebreeuws vertaald door Samuel ibn Tibbon.[2]
  • Responsa en brieven, waaronder de Brief voor Jemen aan de onderdrukte Joodse gemeenschap in dat land.

Medische werken (alle in het Arabisch):

  • Een werk over astma
  • Een verzameling medische aforismen (bekend onder de Hebreeuwse naam Pirkei Moshe)
  • Diverse andere

Gebed van de arts

"Beziel mij met liefde tot de kunst en tot Uw schepselen. Laat niet toe dat geld of roemzucht mijn daden beïnvloeden, want deze vijanden der waarheid en menschenliefde kunnen mij licht op dwaalwegen voeren en mij van mijn plicht om Uw kinderen wel te doen, afhouden

Verruim mijn hart zodat dit steeds bereid is arm en rijk, vriend en vijand, den goede zowel als den kwade te helpen. Laat mij in den lijder alleen den mensch zien, geef mij de kracht mij aan het bed van den zieke te beheerschen, zoodat zich geen vreemde gedachten aan mij opdringen en al mijn kennis en ervaring mij geheel ten dienste staan, hem te helpen, want eenzaam en statig verheft zich de toren van stille overpeinzing, wakende over het welzijn der menschen

Schenk mijn zieken vertrouwen tot mij en mijn kunst, opdat zij mijn voorschriften en aanwijzingen getrouwelijk opvolgen. Verban van hun legerstede de kwakzalvers en belangstellende familieleden evenals de eigenwijze verpleegsters, want deze allen zijn meedoogenlooze menschen, die uit ijdelheid de beste bedoelingen van Uw dienaren verijdelen en Uw schepselen in den dood voeren.

Omgord mijn lendenen als een pantser wanneer onkundigen mij bespotten, opdat mijn geest ongekwetst blijve en ondanks andere invloeden de waarheid oprecht zoeke.

Verleen mij, o God, geduld en zachtheid wanneer een zieke mij weerstreeft, verleen mij gematigdheid in alles, behalve in mijn verlangen naar kennis, verleen mij bescheidenheid zodat hoogmoedige gedachten over mijn bekwaamheid ver van mij blijven.

Geef mij de kracht, de wil en de gelegenheid mijn kennis te verrijken, mijn geest kan vandaag dwalingen erkennen, die hij gisteren niet kon vermoeden. De kunst is verheven, maar ook het verstand der menschen schrijdt voort."

'Krijg de Rambam'

Maimonides was een arts, mogelijk heeft de uitdrukking 'krijg de rambam' daardoor de betekenis van een enge ziekte gekregen.[3] Een andere uitleg van deze uitdrukking is dat men iemand veel werk toewenst, daar 'de Rambam' als naam is gegeven aan zijn werk de Jad haChazaka, zodat diegene hem of haar niet meer lastig hoeft te vallen, omdat er dan genoeg te doen is. In Amsterdam wordt ook de uitdrukking 'loop naar de rambam' of 'krijg de/het rambam' gebruikt, als een milde verwensing.

Zie ook

Zie de categorie Maimonides van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.