Leidse Rijn

De Leidse Rijn of Leidsche Rijn is een kanaal in de Nederlandse provincie Utrecht tussen Utrecht en Harmelen. Het is deels in de late middeleeuwen, deels in de 17e eeuw aangelegd ter vervanging van de rivier de Rijn ten westen van Utrecht, die steeds sterker was gaan meanderen en verzanden en daardoor onbevaarbaar werd. Bij de aanleg werd gebruik gemaakt van reeds bestaande delen van rivieren en andere watergangen.

Leidse Rijn
Lengte11 km
Jaar ingebruikname1381; 1665
VanStadsbuitengracht, Utrecht
NaarOude Rijn, Harmelen
Loopt doorUtrecht, De Meern en Harmelen
Portaal    Maritiem

De Leidse Rijn begon destijds bij de Catharijnebrug en sloot aan op de Catharijnesingel. De eerste circa 600 meter zijn thans grotendeels aan het zicht onttrokken door bestrating en bebouwing. Het zichtbare deel van de Leidse Rijn begint bij de Dambrug. Over een lengte van ongeveer 3 km loopt dit kanaal door de stad Utrecht, waar het eerst het Merwedekanaal en verderop het Amsterdam-Rijnkanaal kruist. De volgende bijna 6 km gaan door het tot de gemeente Utrecht behorende dorp De Meern. Daarna gaat het kanaal over in het enige nog bewaard gebleven gedeelte van de zuidelijke tak van de Rijn die destijds de grens vormde van het Romeinse rijk. Dit meest westelijke deel van de Leidse Rijn is ongeveer 2 km lang en loopt door een polderlandschap. Aan de noordzijde ligt de Harmelerwaard, aan de zuidzijde de Polder Bijleveld. In Harmelen komt de Leidse Rijn samen met de door verzanding smal geworden hoofdtak van de rivier de Rijn, die hier de naam Bijleveld draagt. Vanaf Harmelen tot de Noordzee heet de rivier Oude Rijn.

Geschiedenis

Na het begin van onze jaartelling werd de oude loop van de Rijn tussen Utrecht en Harmelen steeds slechter bevaarbaar. Het actiever worden van de Lek als afvoerrichting van het Rijnwater, de uiteindelijke afdamming van de Kromme Rijn in 1122, en het actiever worden van de Vecht als hoofdafvoer voor de Kromme Rijn leidden tot een langzame dichtslibbing van het gedeelte van de Rijn ten westen van Utrecht, temeer daar dit door zeer vlak terrein stroomde en sterk meanderde.

Al in de vroege middeleeuwen (omstreeks 700) wordt daarom de Vleutense Vaart van Utrecht (ter hoogte van het Leidseveer) naar de oude Rijnloop bij Vleuten (ter hoogte van Den Hoet) gegraven. De Vleutense Vaart wordt aldus een deel van de vaarroute tussen Utrecht en Leiden.[1]

De Leidse Rijn even ten zuidwesten van de Muntbrug. Tot in de 19e eeuw mondde de rivier de Rijn, die via het huidige Jaarbeursterrein liep en vanuit het oosten hier aankwam, uit in de Leidse Rijn.

Omdat het gedeelte Vleuten-Harmelen uiteindelijk ook te smal en kronkelig wordt, besluit men in 1381 een kanaal aan te leggen dat de Vleutense Vaart in Utrecht en de Rijn bij Harmelen met elkaar verbindt. Het eerste deel van dit traject wordt nieuw gegraven. Het begint bij het landgoed Jaffa, loopt langs de huidige Billitonkade en eindigt bij het huidige park Oog in Al. Daar mondt het uit in de rivier de Rijn, die vanuit het oosten op dit punt is aangekomen. Het tweede deel van het kanaal maakt gebruik van de loop van deze rivier. Bij Huis te Voorn buigt de Rijn naar het noordwesten. Op dit punt begint de 8 km lange, naar het westen lopende wetering langs de polders Oudenrijn, Veldhuizen en Bijleveld aan de zuidzijde en Langerak, Polder 't Weer, Vleuterweidse Polder en Harmelerwaard aan de noordzijde. Deze wetering wordt door verbreding en verdieping geschikt gemaakt voor de scheepvaart. De nieuw aangelegde waterweg mondt bij Harmelen uit in de rivier de Rijn. De gehele, deels nieuwe, deels oude vaarroute vanaf de Utrechtse binnenstad tot aan de Noordzee krijgt nu de naam Oude Rijn.

In de 17e eeuw komt de trekvaart tot bloei, zowel ten behoeve van het vracht- als het personenvervoer. Waar nodig wordt de Oude Rijn verbreed en verdiept en er wordt een jaagpad langs het water aangelegd. In het kader van de stadsuitbreidingsplannen van de Utrechtse burgemeester Hendrick Moreelse wordt in 1662-1665 een kaarsrechte vaart, de Leidse Vaart, gegraven tussen de Catharijnesingel bij de Catharijnebrug en Oog in Al. Daarmee wordt het hoekige traject via de Vleutense Vaart en Jaffa afgesneden.[2]. Op de plaats waar de Leidse Vaart aansluit op de Oude Rijn bouwt jonker Everard Meyster een landgoed genaamd Oog in Al. Het gehele traject vanaf de Utrechtse binnenstad, via de Leidse Vaart, Oog in Al en De Meern tot Harmelen krijgt nu de naam Leidse Rijn. De rivier tussen Harmelen en de Noordzee blijft de naam Oude Rijn houden.

Het meest westelijke gedeelte van de Leidse Rijn (met een lengte van ongeveer 2 km) is een overgebleven deel van een zijtak van de vroegere rivier de Rijn. Deze tak splitste zich ten noorden van De Meern af van de hoofdtak die naar Vleuten stroomde. De afgesplitste tak liep door het huidige De Meern, met name door de huidige woonwijk Veldhuizen. Het grootste gedeelte ervan is volledig verzand en verdwenen uit het landschap. Slechts het gedeelte tussen de Heldam en Harmelen bestaat nog en heet nu Leidse Rijn.

Overzicht van de ouderdom van de verschillende gedeelten van de Leidse Rijn

  • Catharijnesingel - Park Oog in Al: omstreeks 1665 nieuw gegraven kanaal
  • Park Oog in Al - Huis te Voorn: deel van de rivier de Rijn, omstreeks 1381 gekanaliseerd
  • Huis te Voorn - Heldam: in de 11e en/of 12e eeuw aangelegde wetering, omstreeks 1381 verbreed tot kanaal voor de scheepvaart. Zie ook onderstaande opmerking.
  • Heldam - Harmelen: overgebleven deel van de zuidelijke zijtak van de Rijn

Opmerking

Mogelijk dateert het gedeelte tussen Huis te Voorn en de knik in de Leidse Rijn (na 2 km) uit de 1e eeuw. Door het huidige De Meern stroomde toen een zijtak van de Rijn. Deze diende als grens van het Romeinse keizerrijk. Een mogelijk door de Romeinen gegraven 2 km lang verbindingskanaal tussen de hoofdtak van de Rijn en de door de Romeinse schepen bevaren zijtak zou de vaarroute tussen het castellum Traiectum (Utrecht) en het castellum in het huidige De Meern aanzienlijk hebben verkort en de afstand van Traiectum tot de Noordzee met minstens 4 km hebben verkleind. De voor de Romeinen belangrijke grensweg lag iets ten zuiden van dit kanaal en liep ermee evenwijdig. Dit laatste hebben archeologen kunnen aantonen. Dat de Romeinen ook het kanaal hebben gegraven is niet aangetoond. Wel lijkt het zeker dat de twee delen uit verschillende tijden stammen: vóór de knik (vanuit Utrecht gezien) zijn er enkele flauwe bochten in de Leidse Rijn. Het deel voorbij de knik is kaarsrecht; dit deel stamt uit de 11e en/of 12e eeuw, toen hier de Grote Ontginning aanving. Het deel vóór de knik is zeker niet jonger en waarschijnlijk aanzienlijk ouder.

Bruggen over de Leidse Rijn

Hier volgt een lijst van bruggen over de Leidse Rijn. Alleen die bruggen worden vermeld waarin sprake is van een verbinding tussen openbare wegen. De volgorde is van oost naar west. Het gedeelte van de Leidse Rijn vanaf de Catharijnesingel tot de Dambrug in Utrecht blijft hier buiten beschouwing.

In Utrecht

  • Dambrug. Verbindt de Damstraat met onder andere de Croeselaan en de Graadt van Roggenweg.
  • Jan Pieterszoon Coenbrug. Verbindt de Jan Pieterszoon Coenstraat met de Leidseweg en de Koningsbergerstraat.
  • Abel Tasmanbrug. Verbindt de Abel Tasmanstraat met de Leidseweg.
  • Kanaalwegbrug. Verbindt de Kanaalweg langs Oog in Al met de Leidseweg en het verlengde van de Kanaalweg.
  • Mozartbrug. Verbindt de Mozartlaan met de Leidseweg en de Bartoklaan.
  • Hommelbrug. Verbindt de Joseph Haydnlaan met de Pijperlaan en de Leidseweg.
  • Rhijnoordviaduct. Ligt in de rijksweg A2 en de Stadsbaan Leidsche Rijn.
  • Stadsdambrug. Verbindt de Rijksstraatweg met Park Voorn.

In De Meern

  • Gooisebrug. Voetbrug. Verbindt de Zandweg met de Rijksstraatweg en de Strijkviertel.
  • Langerakbrug. Verbindt de Langerakbaan met de Oudenrijnseweg. Deze brug is niet toegankelijk voor langzaam verkeer. Naast de Langerakbrug ligt een fiets-/voetbrug die de Zandweg en de Slingeraklaan met de Rijksstraatweg verbindt.
  • Meentbrug. Fiets-/voetbrug. Verbindt de Zandweg en het Vasalisplantsoen met de Rijksstraatweg en de Meentweg.
  • Meernbrug. Verbindt het Catellumplein en de Zandweg met de Meerndijk en de Rijksstraatweg. Op deze plaats lag in 1300 al een Pons Maerne (=Meernbrug).
  • Regenboogbrug. Verbindt de Regenboog en de Zandweg met de Rijksstraatweg.
  • Kloosterbrug. Fiets-/voetbrug. Verbindt de Zandweg met de Rijksstraatweg en de Frontoweg.
  • Loobrug. Verbindt de Europaweg ten noorden van de Leidse Rijn en de Zandweg met de Europaweg ten zuiden van de Leidse Rijn en de Rijksstraatweg.
  • Polderlandbrug. Verbindt de Busbaan Vleuterweide en de Zandweg met de Busbaan Veldhuizen en de Rijksstraatweg.
  • Veldhuizerbrug. Ligt in de Veldhuizerweg, die niet toegankelijk is voor langzaam verkeer.

In Harmelen

  • Heldambrug. Voetbrug. Verbindt de Harmelerwaard en de Heldamweg met de Utrechtsestraatweg.
  • Molenbrug. Verbindt de Harmelerwaard met de Dorpsstraat, de Utrechtsestraatweg en de Acacialaan.


This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.