Jan Brueghel de Oude

Jan Brueghel (Brussel, 1568 - Antwerpen, 13 januari 1625) was een Zuid-Nederlands kunstschilder uit de barokperiode. Hij wordt wel aangeduid als de Fluwelen Brueghel.

Jan Brueghel de Oude
Jan Brueghel met zijn kinderen Jan en Paschasia en zijn tweede vrouw, geschilderd door Rubens (Courtauld Gallery, Londen)
Persoonsgegevens
BijnaamFluwelen Brueghel
Geboren1568
Overleden13 januari 1625
Beroep(en)Kunstschilder
Oriënterende gegevens
Stijl(en)Barok
RKD-profiel
Portaal    Kunst & Cultuur

Leven

Jan Brueghel was de zoon van Pieter Brueghel de Oude en vader van Jan Brueghel de Jonge. Ook was hij de broer van Pieter Brueghel de Jonge, de schoonvader van Jan van Kessel die met zijn dochter Paschasia was gehuwd en de schoonvader van David Teniers de Jonge. Zijn vader stierf een jaar na zijn geboorte.

Hij kreeg zijn opleiding van zijn grootmoeder Mayken Verhulst[1], die miniatuurschilderes was, en van Pieter Goetkindt. In 1589 trok hij naar Italië, waar hij in Napels, Rome en Milaan werkzaam was. In Rome raakte hij bevriend met Paul Bril. De twee schilders werkten samen en oefenden een sterke wederzijdse invloed op elkaar uit. Een andere samenwerking was die met Johann Rottenhammer, die hem bekend maakte met de kunst in Venetië. In Milaan werkte Jan Brueghel voor kardinaal Federico Borromeo.

Hij keerde terug naar Antwerpen in 1596, waar hij de rest van zijn leven doorbracht. Hij trouwde er op 23 januari 1599 met Isabella de Jode, de dochter van Gerard de Jode. Hun zoon Jan, geboren in 1601, had Rubens als peter en zou ook een beroemd schilder worden. Datzelfde jaar liet vader Jan zich inschrijven als poorter van Antwerpen, zodat hij deken zou mogen worden van het Antwerpse Sint-Lucasgilde. In 1603 werd zijn dochter Paschasia geboren en stierf zijn vrouw Isabella de Jode. Brueghel bracht de zomer van 1604 door aan het Praagse hof van keizer Rudolf II en kocht bij zijn terugkeer het huis "De Meerminne" in de Lange Nieuwstraat. Hij hertrouwde het volgende jaar met Catharina van Mariënburg, met wie hij acht kinderen had, onder wie de schilder Ambrosius Brueghel.

Brueghel was in Antwerpen een van de meest gezochte schilders, naast Peter Paul Rubens, met wie hij bevriend was en regelmatig samenwerkte. In 1609 werd hij benoemd tot hofschilder van aartshertog Albrecht van Oostenrijk en infante Isabella van Spanje. Jan Brueghel stierf op 56-jarige leeftijd aan cholera, net als drie van zijn kinderen. Hij had onder andere de landschapschilder Abraham Govaerts en de bloemenschilder Daniël Seghers als leerlingen.

Genealogie

 
 
Pieter Bruegel de Oude
ca 1525-1569
de Boerenbrueghel
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Pieter Brueghel de Jonge
1564-1638
de Helse Brueghel
 
Jan Brueghel de Oude
1568-1625
de Fluwelen Brueghel
 
 
 
 
 
David Teniers I
1592-1649
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Ambrosius Brueghel
1617-1675
 
Jan Brueghel de Jonge
1601-1678
 
Anna Brueghel
1620-1656
 
David Teniers II
1610-1690
 
Abraham Teniers
1626-1670
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Abraham Brueghel
1631-1690
 
 
 
David Teniers III
1638-1685
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
David Teniers IV
1672–1731

Werk (selectie)

Jan Brueghel de Oude schilderde soms historiestukken, zoals helletaferelen in de stijl van zijn vader, en mythologische scènes. Hij heeft ook een aantal allegorische reeksen geschilderd van de vijf zintuigen (gehoor, gezicht, tast, reuk, smaak) en van de vier elementen (lucht, aarde, water, vuur). Maar bovenal vervaardigde hij landschappen en bloemstukken met een uiterste nauwgezetheid en gedetailleerdheid. Hieraan dankt hij zijn bijnaam Fluwelen Brueghel.

In Italië ontstonden vooral bosgezichten in de trant van Gillis van Coninxloo. Ze zijn daarnaast vooral beïnvloed door Girolamo Muziano en Paul Bril. Terug in Antwerpen keerde hij terug naar het type panoramische vergezichten omzoomd door coulisseachtige bergen zoals dat in Vlaanderen traditie was (vergelijk de werken van Joos de Momper). Ook het traditionele driekleurenschema (bruine voorgrond, groen middenplan, blauw verschiet) en de hoge horizon zijn onverminderd aanwezig. Weer wat later, rond 1605, krijgt het dorpsgezicht met lage horizon zijn voorkeur. Ten slotte, rond 1610, schilderde hij meer open landschappen met een realistischer inslag die aan het Brabantse landschap herinneren. Ze zijn veelal gestoffeerd met reizigers in huifkarren of boeren.

Zijn bloemstukken behoren tot de vroegste zelfstandige bloemstillevens uit de kunstgeschiedenis. Rond dezelfde tijd schilderden ook Ambrosius Bosschaert de Oude en Roelant Savery hun eerste bloemstillevens.

Opvallend zijn de schilderijen die uit een samenwerking met andere schilders ontstonden: een collega als Hendrick van Balen, Hendrick de Clerck, Pieter van Avont of Rubens schilderde de figuren en Brueghel verzorgde de groene omlijsting. Een voorbeeld is Het aardse paradijs met de zondeval van Adam en Eva van Brueghel en Rubens in het Mauritshuis in Den Haag. In 2006 werd er een speciale tentoonstelling gewijd in het Mauritshuis aan deze samenwerking van Rubens en Brueghel.

Ondanks zijn precieze werkwijze was Jan Brueghel de Oude een zeer productief kunstenaar. Er worden zo'n 450 werken aan hem toegeschreven. Het Museo del Prado in Madrid, de Alte Pinakothek in München en het Kunsthistorisches Museum in Wenen hebben de grootste verzamelingen van zijn werken. Ook in het Museo de Bellas Artes de Sevilla zijn er enkele werken van hem te zien.

Zie de categorie Jan Brueghel (I) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.