Courtauld Gallery

Geschiedenis

Het Courtauld Institute werd in 1932 gesticht door de industrieel en kunstverzamelaar Samuel Courtauld, de diplomaat en verzamelaar Arthur Lee, 1st Viscount Lee of Fareham en de kunsthistoricus Robert Witt. Oorspronkelijk was het instituut gevestigd in Home House, een door Robert Adam ontworpen huis aan het Portman Square in Londen. Sinds 1989 is het instituut gevestigd in het Somerset House.

Huidig directeur van de Gallery is de Nederlander jhr. dr. Ernst Vegelin van Claerbergen.

De collectie

De kunstverzameling is in 1932 gestart door Samuel Courtauld, die voornamelijk Impressionistische en Post-Impressionistische werken bijdroeg. Andere schenkingen vonden plaats in de jaren dertig en één in 1948. Zijn collectie omvatte meesterwerken als Manets Un bar aux Folies-Bergère en een versie van Déjeuner sur l'Herbe, Renoirs De loge, landschappen van Claude Monet en Camille Pissarro, een balletscène van Edgar Degas en een serie van acht belangrijke werken van Cézanne. Voorts twee werken van van Gogh Zelfportret met verbonden oor en Kersenboomgaard, Gauguins Nevermore en Te Rerioa, alsmede enkele werken van Seurat, Henri "Le Douanier" Rousseau, Toulouse-Lautrec en Modigliani.

Na de dood van de eminente kunstcriticus Roger Fry in 1934, verkreeg het instituut diens collectie twintigste-eeuwse kunst. Andere schenkingen volgden na de Tweede Wereldoorlog, zoals de belangrijke collectie Oude Meesters van Lord Lee. Tot die verzameling behoorden Cranachs Adam en Eva en een schets in olieverf van Peter Paul Rubens De kruisafneming in de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal van Antwerpen. Robert Witt was ook een weldoener van het instituut en liet een collectie Oude Meesters en Britse tekeningen na in 1952.

In 1974 werd een serie van dertien aquarellen van J.M.W. Turner aangeboden ter nagedachtenis aan Stephen Courtauld. Ten slotte kreeg in 1978 het Courtauld institute de Princes Gate Collection Oude Meesters, die was verzameld door Count Antoine Seilern, in haar bezit. Tot die verzameling behoorden schilderijen van Pieter Bruegel de Oudere, Quentin Massys, Anthony van Dyck en Giovanni Battista Tiepolo en is minstens zo belangrijk als de verzameling van Courtauld, die vooral sterk is in werken van Rubens. De erflating had ook betrekking op een serie werken uit de negentiende en twintigste eeuw van Camille Pissarro, Degas, Renoir en Oskar Kokoschka.

Collectie (hoogtepunten)

The Holy Family (1730), Giambattista Pittoni
Un Bar au Folies-Bergère (1882), Édouard Manet
zelfportret (1889), Vincent van Gogh
Les joueurs de carte (1892/5), Paul Cézanne

Duitse School

Engelse School

Franse School

Hollandse School

Italiaanse School

Spaanse School

Vlaamse School

Zie de categorie Courtauld Institute of Art van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.