Israëlisch defensieleger

Het Israëlisch defensieleger (Hebreeuws: צבא הגנה לישראל - Tseva Hagana Lejisraël) is de officiële naam van de Israëlische strijdkrachten. De acroniemen 'IDF' (Israel Defense Forces) en 'Tsahal' (צה"ל) worden vaak als een synoniem voor het woord 'leger' gebruikt. De Israëlische strijdkrachten, bestaande uit het leger, de Israëlische marine, en de luchtmacht, vormen één geheel.

De neutraliteit van dit artikel wordt betwist.
Zie de bijbehorende overlegpagina voor meer informatie.
Israëlisch defensieleger
צבא הגנה לישראל
Tseva HaHagana Lejisraël
Israel Defense Forces (IDF)
Logo van het Israëlisch defensieleger
Oprichting26 mei 1948
Land Israël
Commandostructuurlandmacht
luchtmacht
marine
Bijnaam'Tsahal' (צה"ל)
Commandanten-Avigdor Lieberman (Minister van Defensie)
-Lt Gen. Gadi Eizenkot (opperbevelhebber)
Israëlische troepen in 1948.

Geschiedenis

De IDF werd op 26 mei 1948 gesticht na de onafhankelijkheid van de staat Israël om de "burgers van Israël te beschermen en om alle vormen van terrorisme te bestrijden die het dagelijkse leven in gevaar brengen".[1] De IDF is de opvolger van de paramilitaire organisatie Hagana (en dan met name haar operationele tak, de Palmach) als het permanente leger van de Joodse staat. Enkele onderdelen van de voormalige Joodse Brigade sloten zich ook bij de IDF aan. De Joodse Brigade vocht onder de Britse vlag in de Tweede Wereldoorlog.

Na de oprichting van de IDF sloten de twee ondergrondse Joodse organisaties Etsel en Lechi een los verbond met de IDF. Tot aan het einde van de Onafhankelijkheidsoorlog (1948) mochten deze twee organisaties onafhankelijk van de IDF opereren. Daarna werden deze twee organisaties opgeheven en werden hun leden deel van de IDF. De huidige IDF kwam tot stand tussen 1949 en 1956, door veel ervaring op te doen in de verscheidene conflicten met de vijandelijke Arabische buurlanden. Tussen 1956 en 1966 was er een periode van relatieve rust, die de IDF gebruikte om nieuw materieel aan te schaffen en om de organisatie zelf te professionaliseren. Men vermoedt dat Israël in deze periode nucleaire wapens ontwikkeld heeft.

Algemeen

Defensie-uitgaven

De staat Israël geeft per jaar 15 miljard dollar uit aan defensie. Dit is tussen 6,5 en 8,5% van zijn bnp. Daarmee staat het land op plaats 15 van alle landen van de wereld.[2]

Steun VS

De Verenigde Staten zijn sinds de Zesdaagse Oorlog de grote politieke en militaire steun en toeverlaat van Israël. Israël kreeg van hen tot 2014 meer dan 121 miljard dollar aan militaire steun.[3]

In september 2016 werd bekend dat de VS verspreid over de komende tien jaar 38 miljard dollar steun gaat geven. Als voorwaarden werden gesteld dat 1) Israël alle materieel bij Amerikaanse fabrikanten aanschaft (en niet bij haar eigen wapenindustrie); 2) Israël er geen brandstof voor koopt voor haar leger; 3) Israël niet méér vraagt (behalve als er een oorlog uit zou breken).[4] President Barack Obama voegde er wel aan toe dat hij blijvend zou aandringen op een Tweestatenoplossing voor het Arabisch-Israëlische conflict.[5]

Dienstplicht

Dienstplicht is verplicht voor alle Joodse, Samaritaanse, Druzische[6][7] en Circassische mannen en Joodse vrouwen van achttien jaar en ouder, hoewel er uitzonderingen worden gemaakt op basis van geloof of om fysieke en psychologische redenen. Vrouwen moeten twee jaar dienstdoen, mannen drie jaar. Vrouwen mogen vrijwillig drie jaar dienstdoen wanneer zij mee willen doen aan gevechtsmissies, aangezien voor deze missies langere training nodig is. Vrouwen in andere belangrijke posities, zoals programmeurs, dienen ook drie jaar. Vrouwen die meedoen aan gevechtsmissies moeten zich ook enkele jaren inschrijven als reservist, nadat zij klaar zijn met de reguliere training.

Charedische joden

Mannen die het charedisch jodendom aanhangen wanneer zij studeren aan de jesjiva's (Talmoedscholen) zijn vrijgesteld van dienstplicht. Deze regel is echter zeer controversieel. Charedische joden mogen dienstdoen in de IDF, maar de meesten doen dat niet.

Vrouwen binnen de IDF

Vrouwen zijn ook dienstplichtig, maar ongeveer een derde van de vrouwen gaat om religieuze redenen niet in dienst of omdat ze getrouwd zijn.

Op papier moeten vrouwen net zoals mannen jaarlijks terugkomen om de basistraining op te frissen. In de praktijk worden alleen die vrouwen opgeroepen die gaan deelnemen aan gevechtsmissies, en slechts voor enkele jaren na hun dienstplichtperiode. Er gelden ook andere redenen voor vrouwen om niet meer opgeroepen te hoeven worden, zoals zwangerschap. Tijdens de oorlog van 1948, toen er een tekort was aan mankracht, hebben veel vrouwen aan de strijd deelgenomen. Afgezien daarvan worden vrouwen doorgaans niet ingezet voor gevechtsmissies maar in plaats daarvan voor ondersteunende technische en administratieve taken. Het IDF heeft echter wel meerdere malen de voorkeur gegeven aan vrouwelijke instructeurs voor het trainen van voornamelijk mannelijke tanksoldaten. Het idee hierachter is dat vrouwelijke instructeurs van rond dezelfde leeftijd als de jonge dienstplichtige mannen meer aandacht van de soldaten tijdens hun opleiding zullen krijgen.

Na een geschil in 1994 besloot de Israëlische rechtbank dat vrouwen weer onderdeel van de luchtmacht mochten worden. Een joodse immigrante van Zuid-Afrikaanse origine, Alice Miller, had hier bij de rechtbank op aangedrongen. Hoewel vrouwelijke vliegers tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog en de Suezcrisis transportvliegtuigen hadden bestuurd was de luchtmacht weer verboden gebied geworden voor vrouwen. Ondanks dat zij zelf niet door de keuring kwam, zorgde dit besluit ervoor dat vrouwen in meerdere gevechtsonderdelen toegelaten werden. Vanaf 2005 zijn vrouwen toegestaan in 83% van de gevechtsonderdelen inclusief de marine (behalve onderzeeërs) en de artillerie. Vrouwen mogen zich vrijwillig melden voor gevechtsonderdelen.

Yeal Rom street in Petah Tikva

In 2002 bestond 33% van de lage officiersrangen, 21% van de kapiteins en majoors en 3% van de hogere rangen uit vrouwen.

450 vrouwen dienen vandaag de dag in gevechtsonderdelen, voornamelijk bij de grenspolitie. Yael Rom was de eerste vrouwelijke piloot.[8] De eerste vrouw die in een straalvliegtuig vloog, was Roni Zuckerman in 2001.[8] In november 2007 werd de eerste vrouw gepromoveerd tot plaatsvervangend squadroncommandant.[9]

Rangen

Elk legeronderdeel kent dezelfde rangen. Voor alle rangen beneden die van officier (en ook voor sommige van deze) geldt dat bevordering plaatsvindt op grond van de tijd die men in het leger doorbrengt en niet vanwege taakvervulling of verdienste.

Opperbevel

De opperbevelhebber wordt geassisteerd door één viceopperbevelhebber en een generale commandoraad. De opperbevelhebber wordt gezamenlijk verkozen door en legt verantwoording af aan de minister van Defensie (sinds 2016 Avigdor Lieberman) en de minister-president (sinds 2009 Benjamin Netanyahu). In de Knesset, het Israëlisch parlement, wordt het leger met name gevolgd door de commissie van buitenlandse zaken en veiligheid.

De bevelhebbers over het leger, sinds de onafhankelijkheid van Israël, waren:

  1. Yaakov Dori (1948-1949)
  2. Yigael Yadin (1949-1952)
  3. Mordechai Maklef (1952-1953)
  4. Moshe Dayan (1953-1958), bijnaam "Moesa"
  5. Chaim Laskov (1958-1961)
  6. Tzvi Tzur (1961-1964)
  7. Yitzhak Rabin (1964-1968)
  8. Chaim Bar Lev (1968-1972)
  9. David Elazar (1972-1974), bijnaam "Dado"
  10. Mordechai Gur (1974-1978), bijnaam "Motta"
  11. Rafael Eitan (1978-1983), bijnaam "Rafoel"
  12. Moshe Levi (1983-1987), bijnaam "Mosje Vachetsi"
  13. Dan Shomron (1987-1991)
  14. Ehud Barak (1991-1995), bijnaam "Oedi"
  15. Amnon Lipkin-Shahak (1995-1998)
  16. Shaul Mofaz (1998-2002)
  17. Moshe Ya'alon (2002-2005), bijnaam "Boegi"
  18. Dan Halutz (2005-2007)
  19. Gabi Ashkenazi (2007-2011)
  20. Benny Gantz (2011-2015)
  21. Gadi Eizenkot (2015-2019)
  22. Aviv Kochavi (2019-heden)[10]

Takken van het leger

  • Grond
    • Infanterie ( חיל רגלים ); parate eenheden:
      • Givati-brigade ( גבעתי ), voor de zuidelijke regio, bij de Gazastrook.
      • Golani-brigade ( גולני ), voor de noordoostelijke en noordwestelijke regio.
      • Nahal-brigade ( נח"ל ) voornamelijk in bezet stedelijk gebied.
      • Kfir Brigade, tegen Palestijns verzet en terrorisme op de Westelijke Jordaanoever.
      • Parachutistenbrigade ( צנחנים )
      • Elite-eenheden SF en ST (Sayeret)
    • Pantser ( שריון ); parate eenheden:
      • Gepantserde Brigade 'Barak'
      • Sheva'-Brigade (Hebr.: Hativa Sheva, ook: 7th Armored Brigade)
    • Artillerie ( תותחנים )
    • Genietroepen ( הנדסה קרבית )
  • Luchtmacht: Israëlische luchtmacht (IAF) (חיל האוויר Heyl ha'Avir)
    • Militaire vliegtuigen
    • Helikopters
    • Vrachtvliegtuigen
    • Nun Mem (Neged Metosim) - Luchtafweer
  • Marine ( חיל הים )
    • Verkenningsboten
    • Raketschepen
    • Onderzeeboten
    • Shayetet 13
  • Geheime dienst ( מודיעין ), bekend onder de afkorting ´Amman´ en die weer deel uitmaakt van de Israëlische Intelligence gemeenschap.
  • Steun
    • Logistiek
    • Onderhoud
    • Medisch Korps
    • Militaire Politie (MP)
    • Militaire Rechtbank
    • Militaire Chef Rabbi
    • Militaire Scholen \ Militaire Academie
  • Defensie (landsverdediging) (Pikud Ha'Oref - opgericht als vervanger van de HAGAH na de Eerste Golfoorlog)
  • Burgerlijke Diensten
    • COGAT voor implementatie van Israëls politiek in Israëlische gemeenschappen op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook.
    • Jeugd en Centrum
    • Nahal
    • Vrouwenzaken

Atoomwapens

Mordechai Vanunu, een Anglicaan geworden Joodse Israëli, die zijn naam veranderd heeft in John Crossman, werkte in het kernreactorcomplex Dimona in de Negev woestijn.[11] Hij heeft wereldkundig gemaakt dat Israël over kernwapens beschikt. Daarna werd hij door de Mossad naar Israël ontvoerd, alwaar hij op 28 maart 1988 tot een achttien jaar durende gevangenisstraf werd veroordeeld. Na zijn vrijlating op 21 april 2004 wordt zijn bewegingsvrijheid sterk beperkt en staat hij onder censuur. Hij wil heel graag emigreren, maar Israël vindt dit een risico voor de staatsveiligheid.

De 39e President van de Verenigde Staten, Jimmy Carter, onder wiens begeleiding de Camp David-akkoorden tot stand kwamen (1978), heeft tijdens een persconferentie ter gelegenheid van het Hay Festival in Wales gezegd dat Israël over 150 kernwapens beschikt.[12]

Kritiek uit eigen kring

Er zijn geregeld Joodse Israëli's die alleen of in groepjes tijdens hun diensttijd gewetensbezwaren krijgen met taken die zij binnen het leger te vervullen krijgen. Meestal taken die verband houden met het handhaven van de orde -preciezer gezegd: de manier waarop die taken in de praktijk werden vervuld- in de "bezette gebieden" ("the territories" (de gebieden)). Jeshayahu Leibowitz, overleden in 1994, Thorageleerde, chemicus en gematigd zionist, sprak al over een gesprek dat hij had met een loyaal Israëlisch officier die gewetensbezwaren kreeg door wat hij met zijn legereenheid moest doen in een Palestijns dorp (vóór 1987).[13]

Breaking the Silence

Breaking the Silence ('Verbreken van het stilzwijgen', Hebreeuws: שוברים שתיקה Shovrim Shtika) is een Israëlische NGO ontstaan in de beginjaren van de 21e eeuw. In eerste instantie waren het militairen die onoverkomelijke bezwaren kregen ten aanzien van wat zij hun IDF-eenheden zagen doen in Hebron en waar zij aan mee moesten doen. Ervaringen en verhalen van deze gewetensbezwaarden werden vastgelegd, gedocumenteerd en gepubliceerd. In de jaren die volgden waren er andere militairen die hun verhaal kwamen vertellen. Deze ex-militairen gaan er het land mee in en spreken er ook in het buitenland over (aan de hand van fotoreportages). Via hun website informeren zij het grote publiek.[14]

Begin 2016 begon de openbare aanklager met een actie die de doodssteek voor B'Tselem kan betekenen. Hij wil dat de beweging de identiteit van haar bronnen c.q. getuigen bekendmaakt; die getuigen echter op voorwaarde van anonimiteit aangezien zij represailles van de legerleiding vrezen. Het is Breaking the Silence te doen om gesprekken met het leger opdat de legerleiding maatregelen treft om schendingen van het recht te voorkomen. Als klokkenluiders gaat het hen om de morele kwaliteit van het Israëlische leger (en dus tijdens legeracties), niet om het leger in diskrediet te brengen.

27 piloten

In september 2003 werd de inhoud bekend van een brief waarin 27 piloten zich richtten tot de commandant van de Luchtmacht. Zij kondigden daarin aan dat zij voortaan geen bevelen meer zouden gehoorzamen waarbij burgers in gevaar zouden worden gebracht. Ze stelden onder meer: Wij, actieve en reservepiloten, zijn tegen het uitvoeren van illegale en immorele aanvallen van het type zoals die worden uitgevoerd in "de gebieden". Wij weigeren deel te nemen aan luchtaanvallen op burgerdoelen/bevolkingscentra.[15]

De 43 van Unit 8200

Drieënveertig leden van afluister-Eenheid 8200, in actieve dienst en reservisten, richtten zich in september 2014 in een open brief, maar anoniem, aan premier Benjamin Netanyahu. Zij protesteerden daarin tegen de geheime militaire activiteiten tegen Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever en ín de Gazastrook in 2014, aangezien aan deze activiteiten en deze operatie volgens hen politieke motieven en geen veiligheidsoverwegingen ten grondslag lagen (“The intelligence that is gathered [in the West Bank] harms innocent people and is used for the purposes of political persecution and violating the privacy of Palestinians,” said the letter). Op 26 januari 2015 werden zij uit dienst ontslagen.[16]

Waarschuwing

Op de Herdenkingsdag van de Shoah in 2016 hield de 2e man van de IDF, majoor-generaal Yair Golan een toespraak waarover de nodige ophef ontstond. Hij waarschuwde dat "misselijkmakende ontwikkelingen in Europa, en in Duitsland in het bijzonder, 70, 80 en 90 jaar geleden...nu, anno 2016, ook in ons midden zijn."[17] "Er is niets gemakkelijker dan de vreemdeling te haten, er is niets eenvoudiger dan angst te zaaien en te intimideren".[18] "Juist op de Dag van de Shoah moeten we ook naar onszelf kunnen kijken of ook bij ons tekenen van intolerantie zijn...die de weg naar morele degradatie inluiden". Aanleiding voor zijn woorden waren de verontwaardigde reacties in Israël op de arrestatie van een Israëlisch soldaat die in Hebron een reeds ontwapende Palestijn, die gewond op de grond lag, had doodgeschoten.[19] De Minister van Defensie, Moshe Yaalon, nam het voor Golan op.

Dienstweigeraars / Shministim

Het is in Israël moeilijk om dienst te weigeren. De Israëlische wet zou vrijstelling vanwege pacifisme toestaan, maar het zg. "ongeschiktheidscomité" van het leger erkent geen dienstweigering uit gewetensbezwaren, hooguit uit religieuze redenen (bij Charedim, soms bij vrouwen).[20] Wie, na te zijn opgeroepen, dienst weigert, wordt tot x weken gevangenisstraf veroordeeld, na vrijlating volgt een nieuwe oproep, etc. (Zo had Nathan Blanc na 8 veroordelingen 177 dagen in de cel doorgebracht). Tenslotte wordt iemand "ongeschikt voor de militaire dienst" verklaard. Dienstweigeren is ook een erg moeilijke keuze om redenen dat het leger in heel hoog aanzien staat nadat het een centrale rol speelde bij het ontstaan en de instandhouding van de staat Israël. Dat wordt zichtbaar bij de viering van verschillende gedenkdagen, of bij televisiebeelden van de jaarlijkse plechtigheid op de Massada, waar een nieuwe lichting de eed wordt afgenomen. Je diensttijd is een belangrijk onderdeel van je cv. Als je afstand neemt van het leger, het IDF, dan bepaalt dat je verdere leven: je toekomstperspectief, de relatie met je familie, vrienden en buren, en wellicht je partnerkeuze.[21] Dit speelt ook bij minderheidsgroepen (Druzen, Circassiërs).[22][23]

B'Tselem stopt juridische bijstand

Na 25 jaar stopt de Israëlische mensenrechtenorganisatie B'Tselem ermee Palestijnen te helpen wanneer zij een klacht willen indienen tegen militairen van het IDF. Dit meldde de organisatie in een rapport in mei 2016. Als reden stelde zij dat "het geen zin heeft dat nog te doen als het hele systeem erop gericht is om misstanden te verhullen". De organisatie gebruikte haar juridische expertise en mogelijkheden om in Israël op de aangewezen manier en plaats klachten in te dienen. De IDF heeft namelijk geen aanspreekpunten in de bezette gebieden waar klachten kunnen worden ingediend; Palestijnen uit de door Israël bezette gebieden krijgen meestal geen toestemming om daarvoor naar Israël te reizen). Van de 739 klachten die B'Tselem sinds 2000 bij de IDF indiende (o.a. misbruik van Palestijnen als menselijk schild of zelfs het doden van Palestijnen), kwam het in slechts 25 gevallen tot vervolging en in zo'n 70% van de gevallen werd geen enkele actie ondernomen. B'tselem wil niet langer "schaamlap" zijn, meewerken aan de illusie van een rechtssysteem.[24]

Jongeren voor Israëlische militaire rechtbanken

Op de bezette Westelijke Jordaanoever worden jaarlijks zo'n 700 Palestijnse jongeren van 12 jaar en ouder voor Israëlische militaire rechtbanken geleid en veroordeeld.[25] Jongeren van 16 en 17 jaar kunnen als volwassenen berecht worden. De meeste kinderen worden gearresteerd op grond van verdenking, zonder arrestatiebevel. Kinderen jonger dan 12 worden soms urenlang vastgehouden en ondervraagd. Nogal wat straatjongens bekogelen Israëlische legerjeeps of kolonisten als blijk van verzet met stenen. Op grond van Militaire Order 1651 kan voor het gooien van stenen een gevangenisstraf van 10 tot 20 jaar opgelegd worden.[26] Als de jongere is opgespoord, dan wordt hij of zij vaak midden in de nacht uit huis gehaald en meegenomen naar een politiebureau. Dan volgen ondervragingen en later voorgeleiding. Celstraffen van 6 maanden zijn geen uitzondering.[27] Kinderpsychiaters Peter Adriaenssens en Linda Vogtländer leggen in een artikel uit hoe fnuikend deze strafpraktijk is voor de psychische en fysieke gezondheid van deze kinderen. Verlies van vertrouwen in volwassenen, agressiviteit en depressies, zelfs zelfdoding kunnen de gevolgen zijn.[28][29] Met een groep andere experts onder leiding van Jaap Doek (voormalig voorzitter van het VN-Kinderrechtencomité) schreef mevrouw Vogtländer een rapport naar aanleiding van een onderzoek ter plaatse in 2013; dat werd op 17 april 2014 aangeboden aan de Nederlandse Tweede Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken.[30] In februari 2013 bracht Unicef een rapport uit over de situatie van kinderen in Israëlische gevangenschap[31]

Ondanks herhaalde oproepen om de nachtelijke arrestaties, de psychische mishandeling en marteling van Palestijnse kinderen in Israëlische militaire detentie te beëindigen, had Israël in 2013 nog geen daadwerkelijke veranderingen aangebracht in het stoppen van geweld tegen kinderen in gevangenschap.[32] Naar aanleiding van de nachtelijke arrestatie in december 2017 van de Palestijnse tiener Ahed Tamimi en voor een Israëlische militaire rechtbank moest verschijnen, riepen mensenrechten-deskundigen van de VN Israël op om zich te houden aan het Verdrag inzake de rechten van het kind.[33]

In maart 2018 bracht B'Tselem een nieuw rapport uit getiteld "Minors in Jeopardy" ('Kinderen in gevaar'.): Violation of the Rights of Palestinian Minors by Israel's Military Courts. Daarin wordt vermeld dat er daadwerkelijk nauwelijks iets veranderd is in de detentie en behandeling van minderjarigen binnen het Israëlische militaire gevangenissen, terwijl de Israëlische autoriteiten hadden beweerd dat er aanmerkelijke hervormingen hadden plaatsgevonden in het systeem van detentie en vervolging van Palestijnse kinderen.[34] Kinderen ondergaan het proces in volslagen isolatie zonder hun ouders of bijstand door een advocaat. De ondervragers spreken vaak niet hun taal en zijn er alleen op uit om van de kinderen een bekentenis of informatie los te krijgen.[35]

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.