Hollandsche Schouwburg

De Hollandsche Schouwburg is een Joods monument aan de Plantage Middenlaan te Amsterdam. Tussen 1893 en 1942 was het een theater. In de oorlogsjaren 1942 en 1943 was het een verzamelplaats waarvandaan Joden via Kamp Westerbork gedeporteerd werden naar de vernietigingskampen van nazi-Duitsland.

Hollandsche Schouwburg
Locatie
LocatiePlantage Middenlaan 24, Amsterdam
Coördinaten52° 22 NB, 4° 55 OL
Status en tijdlijn
Oorspr. functietheater
Huidig gebruikoorlogsmonument
Opening5 mei 1892
Verbouwing1930, 1958
Bouwinfo
ArchitectCornelis Antonius Bombach
Erkenning
Monumentstatusrijksmonument
Monumentnummer532241
Portaal    Civiele techniek en bouwkunde

Schouwburg

De Hollandsche Schouwburg staat op de plek waar vroeger de woning stond van Dr. G.F. Westerman, directeur van Artis. Na diens dood is het terrein aan Louis Bouwmeester aangeboden om er een theater te laten bouwen. Het theater werd ontworpen door Cornelis Antonius Bombach. Na diverse wijzigingen in de bouwplannen werd het uiteindelijk op 5 mei 1892 in gebruik genomen als Artis Schouwburg.

In 1895 werd het gebouw verkocht. Drie jaar later werd de Nederlandsche Tooneelvereeniging huurder van het pand, dat inmiddels was omgedoopt in de Hollandsche Schouwburg. Hier gingen toneelstukken van Herman Heijermans in première; bij voorkeur op kerstavond, zodat de mond-tot-mondreclame zich kon verbreiden vóór De Telegraaf het stuk kon kraken. In 1900 beleefde de première van Op hoop van zegen hier het grootste succes dat een Nederlands stuk ooit heeft gehad. In 1930 onderging het gebouw een grondige renovatie.

In 1941 werd de naam van het theater op last van de bezetter gewijzigd in Joodsche Schouwburg en mochten er alleen nog Joodse musici en artiesten optreden voor uitsluitend een Joods publiek.

Deportatieplaats

Registratie van opgepakte joden in de Hollandsche Schouwburg

Vanaf augustus 1942 tot in 1943 werd de schouwburg, gelegen in het hart van de oude Amsterdamse Jodenbuurt, door de Duitsers gebruikt als verzamel-, c.q. deportatieplaats (Umschlagplatz Plantage Middenlaan) van waaruit joden op transport werden gesteld naar Westerbork en Vught en vandaar naar Duitse concentratiekampen. Weinigen overleefden: 104.000 Nederlandse Joden werden vermoord in de vernietigingskampen van de Duitse bezetter.

Hauptsturmführer SS Aus der Fünten, belast met de dagelijkse leiding betreffende de deportatie van de Nederlandse Joden als vertegenwoordiger van de Zentralstelle für jüdische Auswanderung, had al eerder onderzocht welke locatie geschikt zou zijn om grote groepen Joden korte tijd gevangen te houden in afwachting van deportatie.

Kindersmokkel

Op initiatief van de Joodsche Raad werden kinderen bij aankomst in de schouwburg gescheiden van de ouders ondergebracht in de tegenovergelegen dependance die als crèche functioneerde, en waar de bewaking veel minder streng was. Walter Süskind, de beheerder van de schouwburg tijdens de Jodenvervolging, lukte het met Felix Halverstad, Hester van Lennep, Henriëtte Pimentel en Johan van Hulst om in totaal zeshonderd kinderen via de crèche te laten ontsnappen. Dit is bekend gebleven als de kindersmokkel Hollandsche Schouwburg.

Ook volwassenen slaagden er soms in met behulp van verzetsvrienden om te ontsnappen, zoals Herman Ohringer, die sinds 1924 in Nederland woonde.[1]

Andere verzamelplaatsen

Naast de Hollandsche Schouwburg waren ook elders in Amsterdam locaties waar joden werden verzameld en op transport gezet, zoals het Centraal Station, de Polderweg bij het Muiderpoortstation en de Borneokade en Panamakade bij rangeerterrein De Rietlanden in het Oostelijk Havengebied. Daarnaast was de bovengenoemde Zentralstelle aan het Adama van Scheltemaplein in Amsterdam-Zuid ook een verzamelplaats. Ook in Den Haag en Rotterdam waren verzamelplaatsen.

Oorlogsmonument

Monument van L. Waterman

In 1947 kocht de Stichting Hollandsche Schouwburg het pand aan, waarmee werd voorkomen dat het weer de functie van theater zou krijgen. In november 1958 werd door de gemeente Amsterdam besloten om het gebouw als monument in te richten. De voorgevel werd gerestaureerd en de bouwvallige achterzijde grotendeels afgebroken. De schouwburgzaal werd een binnenplaats. Op de plek van het voormalige toneel is een gedenknaald opgericht. De gedenkplaats is een ontwerp van architect L. Waterman. Op 4 mei 1962 werd door de toenmalige burgemeester Gijs van Hall de eeuwige vlam ontstoken. In februari 2017 bleek dat de naam van de nazifotograaf Franz Anton Stapf en vier familieleden onterecht op het monument stonden vermeld. Zijn naam zou tussen de slachtoffers zijn beland door een onjuiste interpretatie van aantekeningen uit 1950 op een administratiekaart van de Amsterdamse Raad van Arbeid. Eerder werd ook al een naam van een Joodse vrouw die in een NSB-gezin was ingetrouwd - en geen slachtoffer was van het naziregime - van het monument verwijderd.[2]

Het gebouw staat op de lijst van rijksmonumenten en de gedenkplaats is opgenomen in het Beschermingsprogramma Wederopbouw 1959-1965.

Sinds januari 2012 bestaat er een wandelroute, Westerborkpad genaamd, in het spoor van de Jodenvervolging die van de Hollandsche Schouwburg naar het voormalige Kamp Westerbork loopt over een afstand van 336 kilometer.

Exposities

Er zijn regelmatig wisselende tentoonstellingen en er is een vaste expositie over de Jodenvervolging. De tweede verdieping wordt gebruikt voor educatieve activiteiten.

Museumplannen

De Hollandsche Schouwburg maakt deel uit van het Joods Cultureel Kwartier. De plaats van herdenking wordt uitgebreid tot het Nationaal Sjoa Museum en Herinneringscentrum.

Zie de categorie Hollandsche Schouwburg van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.