zwartkijker
Nederlands
Woordafbreking
- zwart·kij·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zwart en kijker
- Naamwoord van handeling van zwartkijken met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwartkijker | zwartkijkers |
verkleinwoord | zwartkijkertje | zwartkijkertjes |
Zelfstandig naamwoord
zwartkijker m
- een pessimist
- zwartkijkers staan vaak niet volop in het leven.
- iemand die een televisietoestel in huis heeft zonder kijkgeld te betalen
- Televisiemaatschappijen krijgen steeds meer te maken met zwartkijkers.
Vertalingen
1. pessimist
Gangbaarheid
- Het woord zwartkijker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zwartkijker' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.