zonnecel

Zonnecel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zon·ne·cel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zonnecel zonnecellen
verkleinwoord zonnecelletje zonnecelletjes

Zelfstandig naamwoord

zonnecel v/m

  1. (natuurkunde) een toestel dat langs fotovoltaïsche of foto-elektrochemische weg de elektromagnetische energie van zonlicht omzet in elektrische of chemische energie, zonder deze eerst tot warmte te dissiperen
    • Er zijn al zonnecellen met een rendement van boven de 30% 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zonnecel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.